De hedendaagsche bankroetier achterhaalt(ca. 1713)–Frans Rijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vyftiende tooneel. Slokop, Jannetje. Slokop. HOe, is hier niemand in? Jannetje. Wel ja, wat is je zeggen? Slokop. Ik heb patent gekregen, om hier in garnisoen te leggen. Jannetje. Wat leg je hier te patenten, kaerel? schort het je in de bol? Slokop. 'k Heb order, om je boel te bewaaren, dewyl 't Heerschop is op hol. Jannetje, stil. Order, om mvn boel te bewaaren! och! daar zal hy onze Wouter meê mienen. Tegen Slokop. Dat onze knecht wist, dat j' 'em voor myn boel uitschold, hy brak je hals en bienen. Slokop. Hoor eens, Kind, ik ben knecht van de kamer. Jannetje. Wel, wat bruid me die hongerige luis! Om dat hy knecht van een kamer is, komt hy de meester speelen in een andermans huis. Voore; pak je biezen, Vent, of ik zel je terstond bienen maaken Slokop. Blyf van me, vrouwmensch, ik ra je zoo slout niet van my aan te raaken. Vorige Volgende