De hedendaagsche bankroetier achterhaalt(ca. 1713)–Frans Rijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Vierde tooneel. Fredrik, Margreet. Fredrik. KYk eens, hoe yverig dat hy daar heen loopt, met welk een vlyt! Hy is zoo trouw, als goud; ja, hy zou zyn leven voor my verliezen: Zou 'k dan noch zoo ondankbaar zyn, en een ander tot myn Zwager verkiezen? Margriet. En ik zal dat Huwelyk beletten, zoo veel ik immers kan: Berooft gy haar van een eerlyke Vader, zoo geef haar ten minsten een eerlyk man. 't Is een trouw borst, hy zou voor zyn Meester in de dood vliegen! Waar in bestaat die trouwheid anders, als in 't liegen en bedriegen? Fredrik. Hoor, Wyf, de Vrouwen hebben zoo veel praats niet bedongen, versta je dat wel? Mogelyk dat 'er Johanna zelfs zoo niet tegen argueeren zel; Principaal, als zy hoord, dat ik sta, om te breeken: Want dan weet ze wel, dat ze van Reinharts Huwlyk zal zyn versteeken; Dewyl die, als alle andere Vryers, het meest op de Huwlykspenningen ziet, En nu denken zal; twee naakte billen, bedekken malkander niet. Jannetje. Daar is een Vrouw, myn Heer, die je verzoekt eens te spreeken. [pagina 25] [p. 25] Fredrik. Wat Vrouw? Jannetje. Annetje Simpelmans. Fredrik Jou malle varken, kon je de vinger in de mouw niet steeken, En zeggen; myn Heer is 'er niet in? Margriet. Recommandeer dat aan uw Knecht, Die is op die bedriegchelyke kneepen, en dubbelzinnige loopjes, beter afgerecht. Fredrik. Al weêr op Wouter? die arme knecht moet veel lyden en verdraagen. Nu, zeg dat ze binnen komt. 't Is een Vrouw, die om de Renten van 3000 gulden komt vraagen, 't Is van middag net vervallen, ze verzuimt uur noch stond. Vorige Volgende