Liedjes voor kinderen (1781)–Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] De schaduwe. Wys: Voila, voila la petite Laitiére. Of: Daar komt, daar komt het klein melkmeisje binnen. Daar loopt, daar loopt myn' schaduuw voor my heenen } bis. Zie eens, hoe groot ik nu wel ben! } Zeker, hierdoor beschaam ik hen Die me onbedagt te veel verkleenen: Ja, kom nu nader vry, erken Dat ik slegts klein u heb gescheenen, Doch dat nu blykt, hoe groot ik ben. (bis.) Daar loopt, daar loopt myn' schaduuw voor my heenen } bis. Zie eens, hoe groot ik nu wel ben! } Maar hoe! daar 'k naauw' myn' grootheid ken, Raakt door een wolk myn schim verdweenen! Gintsch staat een Heer, die ziet dit, en Hy lacht? gewis om my, zou 'k meenen, Dat 'k zoo dwaas van verbeelding ben. (bis.) Maar wagt, maar wagt, wie weet wat kan geschieden? } bis. Hoe groot hy schynt en zig verheft! } Als onvoorziene ramp hem treft, Zyn gouden schyn eens ras doet vlieden: Dan wordt zyn' waarde eerst recht bezeft; Men zal den man naauw' aanzien bieden, Dien men eerst hadt zoo zeer verheft. (bis.) (da Capo.) Vorige Volgende