Daghregister. Deel 3. 1659-1662
(1957)–Jan van Riebeeck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 401]
| |||||
October anno 1661Adij, primo dito, betoge, soele, stille lucht.Ga naar margenoot+ Sondagh, den 2 dito, nat, onstuymigh weer en de wint van den N.W., waermede Compagnie's seylvaertuygh, 't Muskytjen, en der vrije luyden vaertuygh, de Peguyn (in 't verledenGa naar voetnoot1. harde weer noch behouden sijnde gebleven) geladen met vis en traen, als ook partije ingesouten robbevleys voor de slaven, uyt de Saldanha-bay wederom quamen. Ende waren ook eenige weynige van Chainouquas volq aen 't fort geweest met 8 koeyen, 11 ossjes en 2 kalffjes, beneffens 12 schapen, die haer, namentlijk de koebeesten, voor coralen, en de schapen (wel 2 à 3 mael soo duyr als 't groot bestiael) voor coper, om de meerder waerde als de coralen en tabacq, affgehandelt wierden. 3 dito, wat sachter, dogh evenwel nat, betrocken weer als gister. Sijn d' opperhooffden van de fluyt Klaverskerken haer affscheyt gegeven om met den eersten goeden wint die Godt sal verleenen t' seyl te gaen, en wijders g'intregeert de brieven en pampieren gedirigeert aen Haer Ed. tot BataviaGa naar eind(a), daer hun d' Almogende behouden wil geleyden. 4 dito, Noort-Westecoelte, contrarie voor de gemelte fluyt. 5 dito, helder weer, en den Z.Z.Oostewindt wat beginnende deur te blasen, is dito fluyt daermede 's middags t' seyl gegaen en fray t' zee geraect, sijnde wijdersGa naar margenoot+ op dato bij den Raedt genomen navolgende resolutie:
‘Woonsdagh, den 5en October 1661Ga naar eind(b):
Alsoo den vrij houtsager, Leendert Corneliss. van Zevenhuyse, anno passado gecoren tot borgerraedt, in plaetse van de vrije luyden met alle eerlijke en stichtelijke exempelen voor te gaen, sigh dagelijcx en langs soo meer gedebaucheert aensteltGa naar voetnoot2. met drinken, clinkenGa naar voetnoot3., vechten, smijten en leelijk spreeken, etc., tot disrespect niet alleen van sijn eygen persoon en soo aensienlijk ampt, maer ook tot verdovinge van de luyster des Raedts, in dewelke over vrije luyden messusenGa naar voetnoot4. yets te doen wesende, sijn sitplaets en stem heeft gehadt om te helpen sensurenGa naar voetnoot5., etc. - Soo is, om die en verscheyde andere redenen meer, als tot conservatie van des Raets respect ende luyster, etc., goetgevonden denselven niet langer in den Raedt te admitteren, maer van voorsz. sijn borgerraetsampt te dechargeren, en uyt het dubbel getal, bij de gecommitteerde borgers daertegen opgebracht, in sijn plaetse te verkiesen den vrijborger en out-borgerraedt, Hendrik Boom van Amsterdam. | |||||
[pagina 402]
| |||||
Aldus gedaen en geresolveert in 't fort de Goede Hope, ten dage en jaere als boven. (Was geteykent:) Jan van Riebeeck Roeloff de Man Abraham Gabbema Pieter Everaerts Hendrik Lacus, secretaris.’ Ga naar margenoot+ 6 dito, 's morgens noch al drooge, stijve Z.Z.Oostewinden tot 's middags, begond 't stil te worden. 7 dito, alsoo blijvende. Volle maen, 8 dito, idem fray, bequaem, stil weer. En hebben navolgende persoonen ondertrouw gedaen, conform de resolutie daerover genomen en hier onder g'insereert.
‘Saterdagh, den 8en October 1661Ga naar eind(c): Frans Gerritsz. van den Uythoorn, jongman out 27 jaren, vrije lantbouwer, sigh in trouwbelofte hebbende begeven met Neeltjen Jacobs van Rosendael, jonge dochter, out 22 jaren, ende diesGa naar voetnoot1. den bruydegom geadsisteert metGa naar voetnoot2. Jacob Cloeten van Ceulen en Jacob Pieterss. van CaspeltermareGa naar voetnoot3., beyde mede vrije lantbouwers, ende de bruyt met haerGa naar voetnoot2. vader Jacob van Rosendael, baes-hovenier van Compagnie's thuyn, neffens haer schoonmoeder Barbara Geens, in Rade verschenen, versoekende omme metten anderen in den H. echten staet bevestigt, mitsgaders ten dien eynde vergunt te mogen worden haer eerste gebodt Sondagh naestcomende na 't sermoen aff te laten cundigen - Soo is bij den Raedt, niet anders hebbende cunnen vernemen als dat beyde lyber en vrije persoonen waren, welke met niemant ter werelt, soowel volgens d' eygen verclaringen van henluyden als ook der gemelte ouders en adsistantenGa naar voetnoot4., onder presentatie van eede, yetwes dienaengaende uytstaende hadden, goetgevonden deselve luyden haer billick versoek te concenteren, mitsgaders ten dien fyne aencomende Sondagh na 't eyndigen des Christelijke sermoens haereGa naar margenoot+ eerste affcundinge te laten doen, ende alsoo vervolgens tot de derde incluys, omme alsdan, na de laeste affroepinge, de solemnisatie wettelijk te laten geschieden ende met de trouw publykelijk voort te varen. Aldus gedaen en geresolveert in 't fort de Goede Hope, ten dage en jare als boven. (Was geteykent:) Jan van Riebeeck Roeloff de Man Abraham Gabbema Pieter Everaerts Hendrik Lacus, secretaris.’ | |||||
[pagina 403]
| |||||
Sondagh, 9 dito, fray, liefflijk, stil weer. 10 <dito>, Noort-Westecoelte met grau betrocke, vochte lugt ende weynigh regen altemetGa naar voetnoot1.. Sijn heden van de Cochoquas ofte Saldanhars gehandelt 2 koeyen en een kalff voor coper, coralen en taback, mitsgaders 5 schapen voor tabacq alleen. 11 en 12 dito, goet weer met variable luchjens tot in de voornacht, begont wat stijff te wayen uytten Z.Z.Oosten. (Nota: De somerse harde Ooste-winden beginnen dieGa naar voetnoot2. veel tot April te wayen.) 13 dito, 's morgens noch al aenhoudende, sijn de volgende luyden na de Donderdaegse predicatie voor den Raedt getrouwt, conform de resolutie van bevestinge hieronder g'insereert:
‘Donderdagh, den 13en October 1661Ga naar eind(d):Ga naar margenoot+ Na 't eyndigen des sermoens desen voormiddagh sonder eenige de minste verhinderinge volgens Cristelijk gebruyk de derde affroepinge sijnde gepasseert van de ondertroude persoonen Frans Gerritsz. van den Uythoorn, vrij lantbouwer, jongman, ende Neeltjen Jacobss.Ga naar voetnoot3. van Rosendael, jonge dochter, ende ons nietGa naar voetnoot4. voorgecomen wesende waerdoor deselve in haer voornemen souden cunnen ofte mogen werden geretardeert ofte beleth - Soo is bij den Raedt verstaen, achtervolgende resolutie van den 8en deses, de vordere solemnisatie van de trouw in den Naeme des Heeren te laten voortgaen en ten dien eynde ook goetgevonden, opdat alles wettelijk ende met goede ordre tot Godes meeste eere magh toegaen, de gemelte solemnisatie (alsoo geen predicant hebben) door den secretaris van onsen Raedt voor allen den volke in openen Raedtcamere te laten bedienen, gelijk sulcx op dato, na 't lesen des sermoens, in den Naeme des Heeren dan openbaer en wettelijk geschiet en g'effectueert is. Aldus gedaen en geresolveert in 't fort de Goede Hope, datum als boven. (Was geteykent:) Jan van Riebeeck Roeloff de Man Abraham Gabbema Pieter Everaerts Hend. Lacus, secretaris.’ 14 en 15 dito, liefflijk, bequaem weer. Sijn 'tsedert verleden Maendagh gehandelt, namentlijk Van de Caepmans:Ga naar margenoot+
Van de cleyne Chariguriquas: 7 schapen voor idem en gewoone tractementen. | |||||
[pagina 404]
| |||||
Ende is gister overleden een vrij man, genaempt Barent Waender van VarikGa naar eind(e), ende heden in 't siekenhuys twee bootsgesellen, genaemt Claes Salomonss. van Amsterdam en Jan Willemss. van der Gouw, beyde jongst van de Parel en de Princes Royael hier siek aen landt verbleven. 't Begond tegen den nacht al weder hard uytten Z.Z.Oosten te wayen, Sondagh, den 16en <dito>, 's morgens al aenhoudende, met heldre, drooge lucht. 17 dito, insgelijcx. 18 en 19 <dito>, stil weer. Heeft den Commandeur 't eerste na sijn siekteGa naar voetnoot1. weder uytgeweest en in 't landt overal een visite gedaen, daer alles door den fiscael (de buyten- en meer ander saken ten principalen aenbevolen) wel waergenomen bevond, sooveel <hij> desen dagh heeft cunnen besightigen. Heden is weder een van Compagnie's beste Gunese slaven, op den lantbouw fray gedresseert, overleden, en leggen der ook jegenwoordigh veele siek, hebbende deGa naar margenoot+ vrije luyden eenige tijt herwaerts door sterffte in deselve ook al vrij schade geleden. 20 dito, idem weer. Is noch een van Compagnie's Gunese slaven, bij den geweldiger sijnde gestelt geweest, overleden. 21 en 22 dito, schoon weer. En sijn dese twee dagen overleden noch twee Gunese Compagnie's slavinnen, daeronder een van 't Robben-eylandt. Sondagh, NieuwGa naar voetnoot2. Maen, 23en <dito>, 's morgens vochtige, betoge lucht en westelijke coelte. 24 dito, idem. En weder een slavinne van d' E. Compagnie overleden. 25 dito, liefflijk weer. Is den Commandeur weder buyten geweest de vordere saken besichtigen, die insgelijcx, als op den 19en genoteert, wel heeft bevonden, en aenwijsinge gedaen tot het wijder vervolgh ende onderhoudinge der saken, staende 't cooren al fray, waerover d' Almogende sijn zegen wil verlenen. Ondertussen sijn der aen 't fort gereuylt 5 schapen voor coper ende tabacq van de Cochoquas, en drie dagen voorleden noch seven dito's. 26, 27, 28 en 29 <dito>, fray weer met variable luchjens. Sijn dese twee dagen 2 koebeesten en 5 schapen gehandelt van voorsz. volq. Ende van Compagnie's lantbouwers omtrent de schuyr geschooten een leeuw, onthoudende haer noch drie stucxGa naar margenoot+ omtrent de lantbouwers, welke dagelijcx soo al wat schade onder derselver bestiael, doghGa naar voetnoot3. eenige hare ossen en eergister nacht een lantbouwer twee schapen en een ander den hondt uyt sijn huys, de deur opstootendeGa naar voetnoot4., gehaelt hebbende, daertegenGa naar voetnoot5. sijluyden met andere in de plaats, om de ploegh gaende te houden, van d' E. Compagnie weder sijn g'accommodeert. Sondagh, den 30en dito, droogh en hard, windrigh weer van den Z.Z.Oosten. | |||||
[pagina 405]
| |||||
Ultimo dito, idem. Is den ondercoopman, Roeloff de Man, met den fiscael, Abraham Gabbema, ende den sargeant, Everaerts, bij haer uytgeweest om 't volq onder voorsz. sargeants toesigt te repareren ende te versterken enGa naar voetnoot1. de pega-pega in ordre te brengen, soodanigh het cortsGa naar voetnoot2. bij den Commandeur in voorss. persoonen haer presentie aengewesen ende goetgevonden was te doen, waertoe de vrije luyden met al haer wagens, om boomen toe te voeren, te hulp sijn genomen, verstaende voor een vereering aen deselve belooft, hoewel het tot stuttingeGa naar voetnoot3. van het deurjagen door de Hottentoos (altijt te vresen) haerder soowel als Compagnie's beesten gedaen wort. 't Heeft 's nachts seer hard gewaeyt ende sijn in de crael achter 't fort twee leeuwen deur eenige oude paelen in de gracht, nu juyst om eenige reparatie droogh gestelt, deurgebrooken geweest en hebben een jongh ossjen ende een jongh calff vernielt en noch meer andere beesten schadeloosGa naar voetnoot4. gemaeckt sonder dat men haer noch heeftGa naar margenoot+ cunnen attrappeeren. |
|