Vreugde-Bergh, bestaende in ziel-suchten, bruylofts-gesangen, en stightelijke vermakelijkheden (eerste deel)
(1661)–Cornelis Rhijnenburgh– AuteursrechtvrijStem: Mijn Harp bekleedt met rouwe.1. Gaat ghy Lupaart tot de Mieren,
En besiet aldaar
’t Leven van die kleyne Dieren,
Ende leer van haar
Wakker wesen in den morgen,
| |
[pagina 11]
| |
Van u jongge Ieucht,
Dat ghy niet en hebt te sorgen
Als ghy niet en meught.
2. Siet de Beesjes reppen, roeren,
Met gesta’ge vlijt,
Om haar noodruft in te voeren
Voor de barre tijt:
Als ‘er niet en valt te soekken
Schoon men harde loopt,
O! dan hebben sy haer hoekken
Vol en opgehoopt.
3. Soo ghy dan soekt wel te varen,
Slaat de handen an,
| |
[pagina 12]
| |
Om in tijdts wat op te garen
Voor den Oude Man:
Want die in haar Ieught niet sparen,
O! wat baet veel goets:
In haar oude koude Iaren
Gaan sy barre-voets.
|
|