18 Februari.
Tante houdt aan de maaltijden vertoogen, over menschen, die te ‘gesloten’ zijn, maar wie ‘gewoon zijn onder den grond te graven’ zullen te hunner tijd wel ‘ondergaan’. Ook zegt zij, dat zij in den laatsten tijd zoo vooruitgegaan is in menschenkennis en menschen verachting. Ik bijt mijn lippen dan maar op elkaar, om mij te verhinderen haar te woord te staan; ik durf wel, want when I am heartily provoked I fear not the devil himself, - maar waarvoor zou het goed zijn? Zou het mij helpen, en mijn toestand aangenamer maken? Immers neen!
Het is gauw carnaval; Vrijdag zal er een op-