7 Februari.
Ik ging weer in het park, het was zulk mooi weer, de lucht was zoo blauw, en de wind zoo opwekkend-frisch, dat de wandeling mij goed-deed, ook al heb ik Fred niet gezien. Ik vind het daar zoo heerlijk, zoo ruim en vrij, dat ik mij telkens verwonder, hoe toch de andere bewoners er niet meer gebruik van maken.