veel liever is, dan het gezelschap van de mij antagoniste twee, maar gezellig is toch anders, en als ik dan denk bijvoorbeeld aan de theeuurtjes thuis!
Enfin, het is maar tijdelijk, daarmee troost ik mij steeds... en als ik niet in Breda was gekomen, - dan had ik Karel immers niet gekend?..
Ik zou mij kunnen diverteeren met lange brieven aan Karel te schrijven, maar ik kom er niet toe. Ten eerste weet ik niet goed, als ik over het chapiter ‘gekheid’ heen stap, waarover ik het dan met hem hebben zal, ik ben er zoo weinig van op de hoogte, wat hem eigenlijk interesseert, - maar heb ik er veel moeite voor gedaan, om daarvan op de hoogte te komen? Neen, in 't geheel niet, moet ik zeggen, wil ik eerlijk zijn. Onze omgang is wél erg oppervlakkig gebleven. Dat zal later wel beter worden, natuurlijk.