briefdag met een familie naar Monte Carlo mee gevraagd, dus had geen tijd nog iets voor mij in orde te maken. Maar toen ik binnenkwam om te ontbijten, wierp tante een klein couvertje voor mij neer:
- Daar, dat 's voor jou! van Meta!
Ik bekeek het couvertje verbaasd, het was er een van een visitekaartje, dus open, en leek erg veel op die van tante zelf. Onmiddellijk dacht ik vol achterdocht: (daarvoor ben ik hier in een goede leerschool!) zou tante het briefje opengemaakt en gelezen, en er daarna een couvertje van haarzelf omgedaan hebben? En ik zei:
- Vroeg Meta u dat? t aan mij te geven?
- Nee, je Mama! snauwde tante. En ze las voor: Wil zoo goed zijn inliggend briefje aan Ina te geven.
Ik scheen zoo beteuterd te zijn, dat het niet eens in mij opkwam te vragen: Als Ma niets anders schrijft dan dit, hoe weet u dan, dat 't briefje van Meta is? maar ik vroeg dit niet, en nu het wél in mij is opgekomen, is het natuurlijk te laat, en kan ik niet anders doen, dan eerst eens bij Ma informeeren, wat voor couvert er om het briefje was, en beiden krachtig waarschuwen nooit meer iets voor mij bij tante in te sluiten.
Gelukkig was Meta's brief heel lief, maar bevatte geen enkele bijzonderheid; zij had te veel haast, om ergens op te zinspelen, en schreef alleen: later over al het andere meer... maar het had ook anders kunnen zijn.