5 October.
Van Beveren is werkelijk nog zoo'n kwaad mannetje niet. Ik heb zelf de lessen geregeld, en toen het programma aan tante voorgelegd, die het goedkeurde, omdat zij toestemmen moest, dat ik in mijn latere leven, er meer aan zou hebben, van de talen op de hoogte te zijn, dan van meetkunde, of aardrijkskunde (waar ik zoo het land aan heb; ik herinner mij nog, hoe wij eens bij een overgangsexamen een tentamen hadden, en hoe ik daarvoor glansrijk... zakte) of natuurlijke historie (ook geen favoriet-vak van mij!). Ofschoon ik dus de uren voor alle lessen buiten de talen tot het kleinst mogelijke minimum gereduceerd heb, toch word ik nog wel eens aan de ontcijfering gezet van bijvoorbeeld het volgend geval:
en ik heb dan al mijn bedachtzaamheid noodig, om tot de uitkomst 1.24/41 te geraken. Waarvoor dienen deze dingen toch, en waarom krijg ik ze nog te bewerken! Ik maak liever een opstel, zij het dan ook over ‘Onze oude torenklok’ of ‘Het paard in betrekking tot den mensch’.
Van Beveren blijft buitengewoon vriendelijk, maar overschrijdt nooit meer de grenzen. Of tante hem jaloerschelijk onderhouden heeft? Hoe het