Stemmingen(1910)–Jeanne Reyneke van Stuwe– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] De Sphinx. Zij ligt en wacht, en blikt met de open oogen, In kille, doodsche, starre kalmte rond. Een vreemde lach speelt om haar steenen mond; Zij ligt en wacht, en kent geen mededoogen. En wie, voor haar, de sphinx, in siddring stond, En zweeg... en zweeg... het bange hoofd gebogen, Wijl hij, in machtloos, martlend onvermogen, Geen antwoord op haar raadslig vragen vond, Hem greep haar klauw, die wreed ontreet hem 't leven. En de éénge, die het antwoord wist te geven, Hij, die het raadsel, 't eeuwge, - dat des lots, - Dorst op te losse', in kouden, hoogen trots: Hij sleept zijn leven voort, in blinden nood, In schande en smarten... erger dan de dood. Vorige Volgende