| |
| |
| |
Concours hippique.
Vroolijk schetterden de muzikanten van de ‘veld’ de opwekkende tonen van een krijgshaftigen marsch door de heldere lucht, toen, bij den aanvang van het concours hippique, equipage na equipage en auto na auto, scherende over de breede brug van het ververschingskanaal, voor het Houtrust-terrein kwam aangezwenkt.
Met het eindelijk vol-zonnig opgeklaarde weer waren de bezoekers in grooten getale opgekomen, en een voortdurende menschenstroom golfde door de witgeschilderde hekken naar binnen om uit te vloeien over de wandelpaden rondom den ring, in de richting der tribunes.
Bij den ingang wapperden de groote vlaggen der verschillende nationaliteiten, en ontplooiden hun kleurige banen tegen de teêrblauwe lucht. En langs het versch-geschoren, fluweelige, frissche groen van den ring, verhieven zich witte masten met sierlijke wimpels in top.
Nog een andere reden was er, waarom heden het bezoek zooveel grooter was dan de andere dagen, behalve het gunstige weer. De Prins had de belofte van te komen gedaan; en heel de Haagsche élite,
| |
| |
voor zoover nog niet naar villa's of buitenland vertrokken, vertegenwoordigde zich met eenige harer leden, terwijl ook de hoogere burgerij ten zeerste van haar belangstelling blijk had gegeven.
De verschillende rangen vulden zich meer en meer. De nieuwe Hollandsche uniformen, grijsgroen, met de distinctieven van hun wapen in blauw of helderrood, deden voortreffelijk tusschen de blauwe attila's en licht-wijnroode broeken der Belgische ‘guides,’ de roode uniformen der Pruisische officieren en het decoratieve pastelblauw der Zweden.
- Zal er niets komen van 't bloemen-corso, Zaterdag? jammer! zei Olga van der Helst, langzaam met haar gezelschap om het groene veld heen-wandelend. Haar fijne verschijning, in het charmeerend toilet van parelmoerkleurig satijn en vieux bleu mousseline de soie, trok algemeen de aandacht, en menigeen wendde even de oogen van het concours der handpaarden af, om met bewonderenden blik haar voorbijgaan te volgen. In het en coeur van haar directoire-kraag, die omzet was met de allerfijnste, op Brusselsche roosjes lijkende Iersche kant, droeg zij het snoer der beroemde zwarte van der Helst-parelen, en zoo eigenaardig deed het glanzende zwart op het zachte blank van haar hals, dat er een bizonder effect van pikante schoonheid door werd verkregen. Haar parasol van vieux bleu-kleurige zijde droeg een aardigen franjerand van krullige witte struisveeren; en onder den kortruimen rok, kwamen de witte gemsleeren laarsjes te voorschijn met een glimp der oudblauw zijden kous.
Naast haar ging haar vriendin en logée, Jacqueline de Wael, in een gewaagd toilet van vlamkleurige
| |
| |
Liberty onder zwarte Chantilly. Haar donker teint en haar ravenzwart haar maakten haar tot een zeer opvallende verschijning en de tegenstelling met Olga's blonde beauté deed beider bekoorlijkheid nog in waarde stijgen.
Elkaar opmerkzaam makende op een buitengewoon fraaien isabel met rose neusgaten en rose lippen, of een jongen, dartelen appelschimmel, die danste op de lichte, trippelende beenen, aan de hand van zijn geleider - gingen de beide heeren.
Van der Helst's geblaseerde blik gleed heen over de slanke silhouet van zijn vrouw, naar de andere aanwezige vrouwen. Vreemd dat zij hem zoo onverschillig liet. Zij leek toch voor vele anderen {problem} nijdbaar bezit. En hij zou haar dan ook niet win missen, welneen; zij was een veel te decoratieve figuur in zijn salons... Maar vervelen deed zij hem al lang. Hij haar óók, geloofde hij. Nu, des te beter, nietwaar? Dan vielen zij elkaar niet lastig met verwijten of klachten, of ongewenschte liefdesbetuigingen...
Hoe correct en hoffelijk hun omgang ook was, toch klonk er vaak in de Wael's stem iets door, wat van der Helst lichtelijk amuseerde. Het was iets van suspicie, iets van wantrouwen, - en, daar de Wael er in 't minst geen reden toe had, was diens jaloezie hem een oorzaak van stil genoegen. Neen, de Wael had er geen reden toe, hoe mooi en appetissant zijn vrouw ook was, want...
Waar was zij nu, zijn kleine? zijn vlam van het oogenblik? Ernestine de Wilde, die, onder de heeren ongegeneerd ‘de wilde’ werd genoemd, omdat zij zich in het leven werkelijk als een ‘wilde’ gedroeg...
Zij was er misschien nog niet, zij zou een tandem
| |
| |
voorvoeren, en zou waarschijnlijk pas met dit nummer komen...
- Ja, ging Olga voort. 't Is jammer van 't corso. En terwijl zij sprak, gleed er om haar lippen een heimelijk lachje van ironie, want zij dacht aan een vroeger bloemen-corso op Scheveningen, toen haar man zijn eigen, met paarse irissen versierde coureuse had gereden, en mevrouw van Emmen mèt zich genoodigd had... en hoe zij toen had gezeten onder de bloemen-tent van Faré de Brique's limousine... Faré de Brique... waar was hij nu, de jonge, knappe, geestige diplomaat, die haar een heelen winter lang had vermaakt... Zij hadden afscheid van elkaar ge-{problem}, luchtig, lachend en vroolijk, zooals hun geheele {problem}gang was geweest...
En nu... haar glanzende oogen werden even dof, alsof zij diep in zichzelve schouwde. En nu... had zij hem lief, dien ernstigen, stillen man, die kortelings met onverwachte nieuwheid in haar leven kwam?
Zij wist het niet. En zij wilde er ook niet aan denken. Want die gedachte ontroerde haar, en zij wilde kalm en rustig blijven, omdat zij alle innerlijke onrust en bewogenheid háátte.
Zij begon druk te praten met Jacqueline, allen thans zittende op de tribune.
- O, zeg, zie je Léonie van den Bergh? Beeldig ziet ze er uit, hè? in dat rose chiffon fluweel met zilvergrijze charmeuse... En Emmy, kijk eens aan...
- Waar?
- Eén rij voor ons naar links... in champagnegele zij met gouden franje... en let eens op mevrouw de With, - wat een typisch manteltje draagt ze, van zwart satijn met aan 't model geknipte mouwen,
| |
| |
precies zooals die ouderwetsche mantilletjes van onze Mama's...
- Wat 'n grappige hoed, fluisterde Jacqueline. Die van groen stroo met de rose, fluweelige appelen, en zwarte brides...
- Ik houd meer van niet zulke kleine hoeden, zei Olga. Bijvoorbeeld... Zij keek rond: Zie je Marie Vere? die met 't vest Louis XV, aardig, zoo'n vest, maar háár staat 't niet... Enfin, haar hoed is mooi; zie je? van witte faille, met zwarte faille gevoerd, met die groote strik met één lus, een molenwiek aan de voorkant...
- O, ja, c'est d'une idéale insolence élégante, glimlachte Jacqueline.
In de pauze tusschen twee nummers kwam het rijtuig van den Prins, dwars over den ring naar de tribune toe gereden. Aller oogen richtten zich naar hem, Jacqueline nam haar kijker voor de oogen... en in dit oogenblik zag Olga een lange gestalte naar zich toebuigen, en hoorde zij een stem, die haar een kleinen frisson van welbehagen gaf:
- Hoe maakt u 't, mevrouw? Ik had u al eerder willen aanspreken, maar u was zóó druk aan 't praten... Ik zit hier vlak achter u... 'n gezegend toeval.
Zij glimlachte nerveus. Het verblijdde haar, hem aan te treffen, op een zoo mondaine, frivole festiviteit als een concours hippique. Dat deed hij voor háár, zij wist het, en het vleide haar, dat zij in staat was den schuwen kamergeleerde uit zijn eenzaam studeervertrek te lokken.
Hij had haar lief. Dat begreep zij nu wel... Maar wat zou hiervan worden? Zij vreesde, dat hij voor een flirt, een vluchtige liaison niet te vinden
| |
| |
zou zijn. En scheiden van haar man, dat wilde zij nooit. Zij had een veel te heerlijk luxe-leven bij hem... en hij liet haar immers volkomen vrij...
Zij wendde hem haar bekoorlijk profiel toe, en zei:
- En hoe bevalt 't u hier?
- Op 't oogenblik... schitterend, fluisterde hij. Zij lachte.
- Neen, neen, dat bedoel ik niet, ik hengelde niet naar 'n compliment... En... 't interesseert me werkelijk méér, te weten, of deze omgeving u aangenaam is of niet.
- Ik... bekende hij aarzelend, ik geef zoo weinig om sport...
- Dan mist u veel, zei ze. Sport is misschien 't mooiste van 't leven. Sport onder welke vorm óok houdt ons physiek levend en lenig, en electriceert onze geest...
- Ik weet er zoo weinig van, bekende hij nederig.
Zij keek hem uitdagend aan - zoo weinig van? herhaalde zij, terwijl u voortreffelijk de beste en hoogste soort van sport beoefent... de flirt?
- Mevrouw!
Zijn toon was zóó diep verwijtend en ernstig, dat haar hart begon te kloppen. Het hielp niet, een schertsenden toon aan te slaan, hij was er niet vatbaar voor. En op dit oogenblik vroeg Jacqueline, zijn koel-hoofschen groet vluchtig beantwoordend, haar aandacht voor een smaakvol figuurtje in een resedakleurigen tailleur, en voor een ander slank-lijnig silhouetje in een prunekleurige Russische blouse met slappen witten hoed en roodbruine veer... of voor een sleutelbloemgeel modeplaatje met bizar opgeslagen tricorne en zwarte aigrette...
| |
| |
Een aardig ponynummer wekte het enthousiasme van het publiek. En zij vond er een pikant genoegen in, hem, Maurits de Clercq, te toonen hoeveel zij van paarden wist, en zij wees hem de edel-gevormde Hongaarsche, de Bosnische dubbelponies, en de ‘schattige’ Shetlandponies met de ruige manen en den langen staart...
Olga's man gaf haar een wenk; hij wilde nog eens het terrein opgaan, zeide hij, en dadelijk een plan vormend, zeide zij:
- We gaan mee.
Zij begreep zeer goed, dat haar man liever alleen langs den ring wilde wandelen, als het concours der tandemspannen gereden werd, maar zij stoorde zich niet aan den lichten frons op zijn gezicht. Zij wilde een gelegenheid hebben, om een paar woorden met Maurits te wisselen. De Wael zou als first rate paardenkenner zich wel met het schouwspel bezighouden, en zie, daar kwam von Müller aan; een uitstekende cavalier voor Jacqueline.
De muziek had een languissanten wals aangeheven. Over het glanzende groen van het veld bewogen zich de keurige tweespannen voor de lichte wagentjes, in luchtigen stap. De witte masten stonden in een perk van palmen en in het midden, langs de taluds van de sloot, prijkten kleurige bloemen. Langzaam liepen Olga en Maurits voort naast elkaar; hij was haar gezegde van straks nog niet vergeten, en kwam er op terug, nu de open ruimte hem veroorloofde vrijer te spreken.
- U zei me straks, dat ik flirtte, maar u vergist u, mevrouw.
- Dat weet ik immers wel? zei ze vriendelijk- | |
| |
haastig, een ernstige verklaring willende vermijden. Maar hij leefde zoozeer in zijn eigen droomen, dat hij zelfs niet schroomde voor een declaratie, temidden van het bruisend brouhaha van een concours hippique... En wat hij zeide, was nog veel ernstiger dan zij had verwacht...:
- Ik heb u lief, zei hij eenvoudig. En ik weet, dat u niet gelukkig is. Als... u... óok houdt van mij, - scheid dan van uw man... om met mij te trouwen.
- O! riep zij, zóó verschrikt, dat hij opeens de zeer sterke gewaarwording kreeg, dat zij dit nooit zou willen.
En juist op dit oogenblik reed Ernestine de Wilde voorbij, in haar rijtuigje, bespannen à la flèche. Zij was gekleed in een tailleur van Indiaansch rood linnen, met een napoleon-boord van doffe zwarte zijde. Zij keek coquet naar Olga's man, en groette hem met de zweep in spottende verstandhouding. En Maurits keek naar Olga, om te zien, hoe zij deze beleediging verdroeg, en... hij zag, dat zij reeds wist, wat hij zoo juist ontsteld had begrepen. En gejaagd vroeg hij haar:
- Is toch... ondanks dit... uw antwoord neen?
Zij durfde hem niet aanzien in zijn eerlijke oogen. Zij boog het hoofd in smartelijke schaamte... want, ondanks Maurits waarlijke liefde, ondanks de ontrouw van haar man, kon zij toch, en wilde niet anders...
|
|