Zondag.
Mijn oogen staan moe, en vaag, en zonder gedachten, ik ben bleek, heel bleek, ik voel mij flauw en zwak, - maar wat geeft dat, wat geeft dat alles?
Ik ben er weer, uit mijzelf, toe gekomen, wat gewoon te doen. Maar ik spreek niet. Met niemand. Allen hebben ook opgehouden, mij vragen over mijn gezondheid te doen. Men ziet wel, dat ik gezond bèn. Dat ben ik, - al word ik ook nooit meer dezelfde.