20 Januari.
Ik heb een beetje hoofdpijn, en dus geen lust, om veel te schrijven. Of eigenlijk, mijn hoofdpijn is niet zoo erg; ik heb meer een gelatenzwaarmoedig, een apathisch gevoel. Morgenavond gaan wij naar de opera; ik heb het Fred niet willen weigeren, toen hij het proponeerde, maar wat geef ik er eigenlijk om! Ik wou, dat Fred zich den heelen dag met mij bezighield, altijd bij mij was, allerlei dingen verzon, die ik kon doen, met mij uitging, - enfin, mij een heel ander leven bezorgde, dan ik nu leid. Maar wat zegt men tegen kinderen?
‘Jouw wil staat achter de deur, met een bezemsteel in de hand!’
Zóo is het ook met mij....