2 Januari.
Wij waren gisteren den heelen dag bij Ma, en ontliepen dus thuis alle bezoek. Ook dat van Hans.... en daar de jongen 's morgens al Ma en Meta was gaan gelukwenschen, heeft hem mijn aanschijn ook daar niet verder in verwarring gebracht. Hij had bloemen gestuurd, prachtige, die Fred de opmerking ontlokten, dat Augusta maar gauw moest komen. Nu, dat gebeurt, zij komt vandaag.
Haar kamer boven is in orde. Ofschoon op zolder, is de kamer aardig genoeg; klein, maar niet schuin beschoten, behangen, en met een zeil en karpet op den vloer. Den heelen dag brandt er een petroleum-kacheltje.
Even voor de koffie arriveert de jeugdige schoone. En ik moet mij nog gaan kleeden, om haar af te halen. Ik eindig dus; ik had trouwens niets meer te schrijven.