Wij zaten aan den Deyl, en dronken spuitwater, en zeiden zoo nu en dan een woord.
- Ik moet zeggen, dat je met Fred toch beter af ben, dan je met mij zou zijn geweest, - zei hij spontaan. 't Is 'n beste vent.
Is dat nu geen vriendelijke bewering voor een teleurgesteld minnaar? Me dunkt van wel! (Ofschoon Charles natuurlijk niet zoo erg teleurgesteld was, zóo gevoelig is hij niet, en bovendien zou hij er dan niet aldoor over spreken, - en wat is er eigenlijk gebeurd? Niets! volstrekt niets! Er zijn geen declaraties tusschen ons gewisseld, of zoenen, [o, ja, toch éen, een zoen op mijn wang!] dus....)