'Ik'
(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe– Auteursrecht onbekend
[pagina 98]
| |
De jongen heeft anders te weinig amusement bij ons. Vanmiddag ga ik met hem fietsen; in een reusachtig-langen tijd heb ik niet op mijn wiel gezeten. Natuurlijk! Fred heeft bijna nooit tijd, en dan moet het er nog maar goed weêr voor zijn. Meta is, zooals van zelf spreekt, nooit beschikbaar, dus.... profiteer ik al heel weinig van die ‘gezonde en opwekkende sport.’ Charles zou mijn fiets wel even bij den rijwielman gaan halen; ik zei, dat hij er daar dan meteen wel een voor hemzelf kon huren. Maar op zoo'n ‘rotkar’ (Charles drukt zich altijd in even welgekozen en welluidende bewoordingen uit) kon hij niet rijden; hij gaat er dus een bij een van zijn kennissen leenen. |
|