'Ik'
(1904)–Jeanne Reyneke van Stuwe– Auteursrecht onbekend
[pagina 32]
| |
woordig zoo druk, met alles voor Lex in orde te maken, het arme kind, dat zij weinig gedachten voor iets anders heeft. Ik begrijp niet, dat zij niet van den vroegen morgen tot den laten avond, en van den laten avond tot den vroegen morgen huilt, - zooals ik, onpractisch, zou doen, - maar Meta weet haar liefde door iets anders te bewijzen, dan door huilen. Zij is namelijk in 't geheel niet egoïst. Het valt mij niet in, dat mijn manier van liefhebben wel eens niet de ware zou kunnen zijn. Natuurlijk is alles goed, wat ik doe. Waarom? Ja, waarom! Omdat ik nu eenmaal ik ben, en mijn eigen ik toch niet afvallen kan. Maar anders.... Nu ja. |
|