| |
15 September.
Al is het nu al ontelbaar veel malen gebeurd, het is nog altijd iets grappigs voor mij, om met Fred bij Ma te gaan eten. Om als bezoekster te komen in dat oude, bekende huis, waar ik mijn heele leven tot aan mijn trouwen heb doorgebracht, en al die veranderde kamers te zien, - de heele bovenverdieping is nu voor Lex en Meta ingericht, vóor is Lex' kamer, achter de slaapkamer; Meta's kamertje is nu Meta's ‘boudoirtje,’ en mijn kamertje zaliger gedachtenis is.... de badkamer, - geeft mij telkens dezelfde eigenaardige gewaarwording. Ik vind het heerlijk, bij Ma te zijn, en gezellig met de lieve schat te zitten praten, - maar ik vind het nóg prettiger, als Ma bij óns komt, en ik alles voor haar kan doen.
Na het eten, ging Ma wat rusten; Meta wandelde met haar spruit door den tuin, en ik zat loom in de serre. Ik weet zeker, dat Meta óok liever een siësta zou hebben gehouden, - het was zoo warm! - maar Sandertje heeft de buitenlucht noodig.... O, de moederliefde geeft reuzenkracht!
Fred zat met Lex op diens kamer. En besprak de gewichtige kwestie, en nauwelijks was het | |
| |
echtpaar van Oosterveldt op weg naar hun eigen huis, of de bemoeizieke, voortvarende vrouw vroeg haar man:
- Nou, Fred?
- Over Lex?
- Natúúrlijk!
- Nou, hij geeft ons gelijk.... volkomen...
- Maar hij doet 't toch niet!
- Nee, hij kan 't toch niet doen, zegt ie.
- Hij kan niet, - omdat ie niet wil!
- Kindje, je bekijkt de kwestie zoo alleen uit 'n vrouwelijk oogpunt....
- Och, wat, vrouwelijk! uit 'n ménschelijk oogpunt bekijk 'k de kwestie.... Stelt 'n man d'r dan 'n eer in, ónmenschelijk te zijn?
- Nee, heusch, 'n man kan dat niet doen: als hij jong is, en werken kan, bovendien 'n betrekking héeft, - leven van 't geld van z'n vrouw.
- Laat 'm dan 'n andere betrekking zoeken!
- Dat zei ik ook, en daartoe was hij ook wel bereid.... Ik vroeg 'm, of 't 'm moeilijk zou vallen uit den zeedienst te gaan, maar hij zei: nee, vroeger, als jongen, was 't wel z'n vocatie, en hij had er nooit spijt van gehad, maar sinds hij getrouwd was....
- O, zie je wel!
- Maar 't ging niet zoo dadelijk.... waar is zoo gauw 'n voor hem passende betrekking te vinden? En weet je wel, dat 'n luitenant ter zee tweede klasse maar 'n kleine duizend gulden pensioen heeft?
| |
| |
- Nu, wat zou dat! Dan moeten ze maar wat zuinig zijn.... Ik zou 't d'r best op durven wagen....
- Jij! zei Fred, en glimlachte. Hij zei 't niet minachtend, niet geringschattend zelfs, alleen maar geamuseerd door mijn voorgewenden wil, om te leven van die bekrompen som. 't Is waar: ik zou 't er onmogelijk mee kunnen doen, zooals ik nú huishoud, maar als 't móest.... O, ik ben eigenlijk heelemaal geen huishoudster; ik sla er mij wel best doorheen, maar men moet ook niet vragen hóe. Ik kan bijvoorbeeld nooit aanmerking maken, wanneer de prijs van het een of ander mij te hoog lijkt; wáág ik dat eens te doen, dan zegt Dina, met haar gedecideerdste air:
- Nee, mevrouw, dat is niet teveel voor dezen tijd van 't jaar, - en waar blijf ik dan? Ik kan dan toch niet zeggen, dat ik niet eens wist, hoe het voor dit of dat de volle tijd nog niet was?
Gelukkig is Dina een beste, betrouwbare meid, en kan ik alles aan haar overlaten. Ik ben natuurlijk zoo slim, haar nooit te laten merken, hoe ik van haar afhankelijk ben, en tot dusvere ben ik er nog steeds aan ontsnapt, dat zij mij met een verachtelijk medelijden beschouwen moet. In het begin van het trouwen zei ik altijd, als zij 's morgens kwam informeeren, welke groente wij wilden eten:
- Ja, wat denk je? Wat heeft de groenteman?.... maar later, om te toonen, dat ik er óok wel wat van af wist, ging ik opzoeken in | |
| |
de Almanach Hachette, wat er te krijgen was, bijvoorbeeld in de maand Januari, - waarvoor door den Calendrier gastronomique wordt aangegeven: Haricots verts d' Afrique et d' Espagne, crosnes du Japon, épinards, cardons, céleri-rave, endives, choux de Bruxelles, choux fleurs, radis roses, champignons, salsifis.... dan moet ik eerst wel naslaan wat ‘crosnes’ en ‘salsifis’ beteekent, maar een groot gemak is het tòch. Het zou mij kunnen overkomen, dat ik in Juli haas bestelde, - maar dank zij dien besten, behulpzamen Calendrier weet ik, dat er in die maand niet anders opzit dan ‘poulet’ of ‘canard’. Het komt wel niet altijd uit, want wie heeft nu in Januari van radijsjes gehoord? Maar ik mag niet klagen.
Het spreekt vanzelf, dat ik, met mijn onkunde en bovendien nog kieskeurigheid óok, - goedkoope boter kan ik niet eten, goedkoope eieren kan ik niet eten, en zoo zijn er nóg eenige artikelen, - dikwijls niet toe kom met mijn huishoudgeld. Maar ik leg het ontbrekende er altijd van mijn kleedgeld bij. Want de arme Fred mag toch niet lijden onder de onpractischheid van zijn vrouw! Wat ik daardoor niet zélf kan koopen: een nieuwe gesp voor mijn ceintuur, hoedespelden met Zeeuwsche knoopen, of zoo, vraag ik dan maar, bij feestelijke gelegenheden, cadeau.
In schijn doe ik het, maar in werkelijkheid bestuurt Dina het heele huishouden. Zij regelt alles: de ‘wekelijksche’ beurten van slaapkamer en huiskamer, en de ‘groote’ der andere kamers. | |
| |
Zij brengt mij dikwijls tot wanhoop of woede, door mij, wanneer ik er het minst op verdacht ben, en mij voorgenomen heb, eens een heelen dag rustig te lezen, aan boord te komen met:
- Mevrouw, nou mag vandaag uw kamertje wel 's 'n goeie beurt hebben! en ik moet mij dan met alle kracht bedwingen, om niet uit te roepen: O, hemel! hoe vrééselijk! maar kalm: Ja, dat mag nu wel 's gebeuren! te zeggen, en gelaten de vazen, de bibelots, en al het verdere, dat noodig is, naar onze slaapkamer te dragen. Gelukkig mogen wij, met het oog op Fred's spreekuur, nooit veel herrie maken, en moet zoo'n ‘beurt’ afgeloopen zijn, in den kortst-mogelijken tijd. Wat dan ook natuurlijk, (daar zorg ik wel voor!) gebeurt.
Die Dina heeft mij eigenlijk verbazend onder de plak. Ik durf het bijvoorbeeld niet wagen, de stof in het salon af te nemen, (mijn werkje.... die stumper van een meid kan toch niet alles doen!) zoo maar wat roef-roef; neen, daarvoor zou ik mij schamen. Alles gaat in de puntjes, hoor, elken dag, al kost het mij ook menigen zucht. En als ik eens in de keuken kom, om te trachten (te tráchten, zeg ik heel bescheiden, mijzelf kennende!) Bitkis à la Moscovite, of oeufs plat Monégasque, of Soufflé aux violettes, (origineele dingen lijken mij altijd lekker toe) klaar te maken, dan zegt zij heel bedaard:
- Zegt u mij maar precies, hoe 't moet gedaan worden, mevrouw, en laat mij 't dan maar doen... en ik, onnoozel schaap, laat 't werk mij | |
| |
dan weer uit de hand nemen, en ben nog schandelijk! blij toe.
Neen, maar! als ik mij bij Meta vergelijk, die puike huisvrouw en Moeder! In zooverre is het gelukkig, dat zij het lot van zee-officiersvrouw getrokken heeft, want zij heeft zoo eindeloos-veel belangen, die ik mis: moederlijke, huishoudelijke... terwijl ik, als ik niet bij Fred kan zijn, met mijn ziel onder den arm loop, en mij eigenlijk doodelijk verveel.
|
|