Over-Ysselsche sangen en dichten

tekstkritische noten

Op het schippers glas te Deventer. Hs. van Revius in C. Met dit gedicht begint de laatste van de drie groepen, waarin ik (op pag. 167, tekstcritische aanteekening) de ‘verspreide handschriftgedichten en ingeplakte plano-uitgaven’ indeelde: nl. die der epigrammen.

Op het schippers glas te Deventer inde Groote Kerke.^*

1.

Wij varen oost, wij varen west,

Die God betrouwen varen best.

2.
Geen see te hoog' of klip te steyl
Als God maer heeft een oog' int seyl.

3.
De schippers (die Gods woort hier wijst de rechte haven)
Wt danckbaerheyt de kerck dit glasevenster gaven.

* Op het schippers glas te Deventer. Toen omstreeks 1625 de (Katholieke) beschilderde glasvensters uit de Groote Kerk waren verwijderd, was de Kerkeraad er op uit deze door andere te vervangen en klopte daartoe bij Overheid en gilden aan. Zoowel de magistraat als de meeste gilden verklaarden zich bereid een ‘glas’ te schenken. In de kerkeraadsnotulen van 4 en van 18 Augustus 1628 wordt vermeld, dat ‘de schippers hebben belovet een glas te geven naast het orgel’. Aangenomen mag worden, dat het kort daarop ook inderdaad geschonken is: er wordt tenminste verder niet meer over gesproken. Omtrent het uiterlijk van dit glas is niets bekend.