Over-Ysselsche sangen en dichten

tekstkritische noten

Op de veroveringhe van 't stercke Huys den Bylant. In C ingeplakte plano-uitgave, waarop ook het vorige gedicht voorkomt.

Op de veroveringe van 't stercke Huys den Bylant.^*

Aen M.H.D. Jelis Nylant Borgem. van Deventer

Den trotsen Bylant,

Een vecht en stry-lant

Een hou en sny-lant,

Is nu (Heer Nylant)

Den Paep een gly-lant,⁵

Den Prins een bly-lant,

En ons een vry-lant;

Waer door de Schencke-schans, wat vande wal gedreven,⁸
Sich wederom by-lant, alsoo ick hoop, sal geven.

* Op de veroveringe van 't stercke Huys den Bylant. Deze sterkte lag bij de splitsing van Rijn en Waal, vrijwel tegenover Schenkenschans. Toen deze laatste in 1635 verloren was gegaan, was de vermeestering van den Bylant door Willem van Nassau in October van ditzelfde jaar een der eerste operaties tot herovering van de Schans (zie den volgenden sonnettencyclus); M.H.D.: Mijn Heere, Doctor; Jelis Nylant: deze komt op de magistraatslijsten van Revius' ‘Daventria Illustrata’ vanaf 1624 tot het einde (1641) onafgebroken voor.

5 een gly-lant: een oorzaak van uitglijden, van zijn val.

8 wat vande wal gedreven: tijdelijk voor ons verloren. De wonderlijke vergelijking van de schans met een losgeslagen en driftig schip dient enkel om de woordspeling met by-lant (= aan den wal, dus: in onze macht) mogelijk te maken.