Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendDen blinden Arent.Den Arent, soo hy niet van iongs op onbewogen
De ogen vande son ontmoetet met sijn ogen
Wert voor een vremt gebroet gehouden, en opt lest
Als bastaert ongeacht gedreven van het nest.
5[regelnummer]
Den duytschen Arent wt bloetschenderij gesprotenGa naar voetnoot5
Die door den val des rijcx hem meynde te vergrotenGa naar voetnoot6
En can de Sweedsche son die nu soo helder lichtGa naar voetnoot7
Niet velen in sijn leep en schemerich gesicht,Ga naar voetnoot8
| |
[pagina 170]
| |
Maer sitt gelijck een uyl gedoken in sijn pluymen
10[regelnummer]
Tot dat hy met een stanck het nest sal moeten ruymen.Ga naar voetnoot10
|
|