| |
| |
| |
| |
| |
Aen M.H. Elias Herckmans
Op sijn lof der Zee-vaert.Ga naar voetnoot*
Maer sweeft, met Noahs Arck, hoogh boven alle Bergen,
En sleypet achter aen so menigh schip en jacht,
| |
| |
| |
| |
77[regelnummer]
En danck voor sijn ghena, die 't alles houdt in 't leven,
En tot so schoonen werck u, Herckmans, heeft ghedreven.
|
-
-
[tekstkritische noot]Aen M.H. Elias Herckmans. In C komen de Monosyllabi (zie reg. 11 vlgg.), hoewel met vrij sterke afwijkingen, in handschrift voor. Zij hooren daar thuis in het mozaiek van het ‘Epos der Godsgeschiedenis’ en zijn als zoodanig door mij opgenomen deel I, pag. 34. Toen een herdruk van zijn bundel uitbleef, heeft Revius, blijkbaar trotsch op dit technische kunststukje, ze in het bovenstaande lofdicht verwerkt. Dit laatste komt voor in ‘Der // Zee-vaert lof // Handelende // vande gedenckwaerdighste Zee= // vaerden met de daeraenklevende op en onder= // ganghen der Voornaemste Heerschappijen // der gantscher Wereld: // Zedert haere beginselen tot op den // dagh van huyden // In VI Boecken // Beschreven // Door E. Herckmans. // Tot Amsterdam bij Iacob pietersz wachter op den Dam 1634.’ Ik volg den tekst hieruit, maar teeken de varianten van B aan. Titel. B: lof der See-vaert; 1. Herckmans: B in gewone letter; B: grooten; 2. B: hooch; bergen; 3. B: soo menich; 4. B: eeuw; roem-ruchtich; B eindigt met een komma-punt; 5. B: horen; 6. B mist de komma achter ‘strand’; gecoren; 7. B mist de komma achter ‘woorden’ en eindigt met een komma; 8. B: gemeyne.
-
voetnoot*
-
Aen M.H. Elias Herckmans. M.H.: Mijn Heere; Elias Herckmans: Amsterdamsch zeevaarder en dichter (± 1596-1644), van wien in 1634 zijn belangrijkste werk ‘Der Zee-vaert lof’ verscheen, een uitvoerige dichterlijke beschrijving van de geschiedenis der zeevaart, beginnende bij de Ark. Vandaar dat Revius in zijn lofdicht de reeds eerder geschreven Monosyllabi op de Ark verwerkt (zie verder bij de Tekstcritiek).
-
voetnoot3-4
- ‘en achter u aan sleept (d.w.z. na de geschiedenis van de Ark eveneens behandelt) alle schepen en jachten, die in de Oudheid of den nieuwen tijd beroemd zijn geworden’.
-
voetnoot5
- ‘waarom wilt ge zoo graag bij (de geschiedenis van) al die schepen (‘uwe vloot’) mijn lied hooren?’ Blijkbaar was dus door Herckmans om een lofdicht gevraagd.
-
voetnoot6
-
ick heb de strand', en ghy het diep ghekoren: ik houd mij dicht bij de kust, terwijl gij u in volle zee waagt: gij zijt een veel grooter dichter dan ik. Maar tevens zit er een toespeling in op de letterlijke beteekenis: ik heb het land, en gij de zee gekozen: ik ben een landrot en gij zijt een zeeman.
-
voetnoot7
-
quintael: centenaar, gewicht van 100 pond.
-
voetnoot8
-
latet deur-staen: laat het op zijn beloop, stel mij tevreden; ghemeyne putgerstael: gewone taal van een putger (gegradueerde ter zee van lageren rang).
-
-
[tekstkritische noot]9. B: gelijck; uyt dese rammelinghen: B: in dese beuselingen (zonder komma); 10. B: singen; 11. B: hooch; 13. starck: zoowel ‘Der Zee-vaert lof’ als B hebben hier ‘sterck’. Ter wille van het rijm volg ik hier echter Revius' handschrift in C; 14. B: arck; 17. B: zijn broer; 18. B: moer (gevolgd door dubbelpunt); 22. B eindigt met een punt; 23 vlgg. B schrijft overal den tweeden diernaam van elken regel met een kleine letter; 25. B: peirt; 31. Uyl en Aep: B: Swijn en aep; 36. B: craen; 38. Meerl en Caeu: B: uyl (aan 't begin van den regel als drukfout een kleine letter) en caeu; 44. B: sprong'; int; 49. B: cat; 53. B: cleyn; 55. B (evenals het handschrift in C) heeft vóór dezen regel nog: ‘Wilt en tam // Daer toe quam’; B: vlooch; 56. B: drooch.
-
voetnoot10
-
dogen: deugen; Monosyllabi: (vers bestaande uit enkel) eenlettergrepige woorden. Voor de geschiedenis van de Ark, cf. Genesis 6-8.
-
voetnoot52
-
fel en soet: bloeddorstig en zachtaardig.
-
-
[tekstkritische noot]Aen M.H. Elias Herckmans, 57. B: croop; 59. B: opt lant; 60. quam ter handt: B: ginck ter hant; 64. B: geest; 65. B: gront (met een komma-punt); 66. B heeft geen komma; 70. B: steech; 71. B heeft een drukfout: weet; B eindigt met een dubbelpunt; 76. B: Sy; B mist de punt aan het einde; 77. B: genae; hout; t'leven (zonder komma); 78. B: soo; Herckmans (in gewone letter); gedreven. Vóór de onderteekening staat in ‘Der Zee-vaert lof’ nog: ‘Ludebat Lugduni Bat.’ (spelend heeft dit te Leiden in elkaar gezet). Dit is geweest tijdens Revius' verblijf in Leiden voor de revisie van het Oude Testament (Juli 1633-September 1634).
-
voetnoot60
-
ter handt: gedwee (cf. Ned. Wrdb. V, 1835, onder ‘ter hant gaan’ volgens den variant van B).
|