Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendVreugden-ReyGa naar voetnoot* | |
Op den gheseghenden tocht des doorluchtichsten Prince van Oranjen int lopende jaer CIƆ IƆC XXXII. begonnen met het innemen van Venlo, Stralen, Ruremonde, neffens ander sterckten des vyants, ende roemelijck besloten met het wonderbaer veroveren der geweldige stat Maestricht.
Princen-lof.
Verenicht Nederlant, indien ghy wilt doen maken
Een wtgelesen beelt ter eeren vanden Prins,
| |
[pagina 128]
| |
Ghy hoeft o(gelooft my) niet te lopen hier en gins
Om aen een constenaar na uwen sin te raken.
5[regelnummer]
Praxiteles mach hier sijn wetenschap wel staken,Ga naar voetnoot5
Geen Myron can voldoen ten vollen uwen wins,Ga naar voetnoot6
Ia Daedalus is daer te slecht toe eenichsinsGa naar voetnoot7
Al goot hy aensichten die schenen datse spraken.
Die meesters, met haer werck, hoe wonderlijck gedaen,
10[regelnummer]
Sijn alle door den tijt gesleten en vergaen.
Wilt dan voor onsen Vorst tot danckbaerheyt verheffenGa naar voetnoot11
Het beeltenis het welck hij selve met de snee
Sijns degens heeft gewracht int jaer van dertich-twee.
Geen beytel noch pinceel soo wel hem connen treffen.
15[regelnummer]
Wijckt, Grave, het en is geen teycken hier te blijven.Ga naar voetnoot15
Wijct, seg' ic, end' en vreest voor lastering noch spot;
| |
[pagina 129]
| |
'tIs eere, lieve man, hem te ontsien voor God,Ga naar voetnoot17
Die nu den Spanjaert wil ontlijven of verdrijven.
Op, Steden vande Maes, verlosset uwe wijven
20[regelnummer]
En kinderen van dit ondeugende ravot;Ga naar voetnoot20
Den Prins comt uwen voet te redden wt het slot.Ga naar voetnoot21
Reyckt hem de palmen toe, hy reyckt u de olijven.Ga naar voetnoot22
Ontslaet u van het jock en comt u helper by.Ga naar voetnoot23
Siet, Venlo, Ruremond' en Stralen alle dry
25[regelnummer]
Hem vallen inden arm, u tredende te voren.Ga naar voetnoot25
Oock Oostenrijck en maeckt geen rekeninge meerGa naar voetnoot26
Nae 'tsoete Gelderlant te nemen sijnen keer,Ga naar voetnoot27
Als hebbende daer van den Stalen muer verlooren.
Ses schanssen.Ga naar voetnoot*
Graef Willem wint de cans, d'Infante is beteutert,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Haer siende tegen danck ses dochteren ontvrijt,Ga naar voetnoot30
Daer is noch raet noch daet in Paep of Iesuwijt,
En quesel sit en sucht, en heer-om sit en kneutert.Ga naar voetnoot32
| |
[pagina 130]
| |
In Brabant ist verkerft, in Vlaenderen verpeutert.Ga naar voetnoot33
De Iunta, die haer 'tvolck van oorloch maeckte quijtGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
En stierdet hoger aen, nu horende 'tverwijtGa naar voetnoot35
Gevoelt dat haer de key heeft degelijck geleutert.Ga naar voetnoot36
De landen aende Scheld' staen als een vlacke see.Ga naar voetnoot37
Mishaecht u (Brabant) dit, en roepet ah en wee!Ga naar voetnoot38
Gedenckt hoe over u de Velu heeft gecreten.Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Vulcanus, door u last, bedreef dat groote quaet,Ga naar voetnoot40
Neptunus, die verdroot soo wreveligen daet,Ga naar voetnoot41
Heeft met gelijcke maet u weder ingemeten.Ga naar voetnoot42
Geusen-bril.Ga naar voetnoot*
Den bril dien ghy, papou, gemaect hadt voor de geusenGa naar voetnoot43
Maer hieltse voor u self en toond'se haer van versGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Die hebben sy u met een gauheyt wt de mersGa naar voetnoot45
| |
[pagina 131]
| |
Gelichtet, sonder eens te breken of te kneusen.Ga naar voetnoot46
Sy setten hem nu self al lachend' op haer neusenGa naar voetnoot47
En sien daer veldewaerts door henen rechts en dwers,Ga naar voetnoot48
Sy sien dat uwen buyl begint te worden schers,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Sy sien dat Spanjaerden sijn menschen en geen reusen.
Hoe claer is dese bril! ick haddet noyt gedacht
Men can daer loeren door t'Antwerpen in de gracht,Ga naar voetnoot52
En wat u voorraet is in kelder, schuyr, of spijcker.Ga naar voetnoot53
Dies mach den papen-knecht hem noemen soo hy wil,
55[regelnummer]
Voor desen ist van jocx geweest der geusen bril,Ga naar voetnoot55
Nu is het inder daet der geusen verre-kijcker.Ga naar voetnoot56
Graef Hendrick vanden Berch.Ga naar voetnoot*
O Grave vanden Berch tot roem en eer geboren,
Ghy hebt sijn Majesteyt soo lang' en wel gedient
Dat ghy geworden sijt sijn alderbeste vrient;
60[regelnummer]
Dat heeft hy menichmael en heylichlijck gesworen.
Tot Velt-heer heeft hy u noch onlangs wtgecoren
Bewijsende dat hijt van herten met u mient,Ga naar voetnoot62
Ghy proeftet inder daet, en sijne Princen sient,Ga naar voetnoot63
Verbaest dat ghy in gonst haer alle gaet te voren.
65[regelnummer]
Nu wenscht den Coninck dat hy u omhelsen mach.
Hy wil u hoger noch verheffen als hy plach,
Want sulcken cloecken hooft heeft hy van doen in Spanjen.Ga naar voetnoot67
| |
[pagina 132]
| |
Soo sprack Leganes. maer den Grave, diet verstont,Ga naar voetnoot68
Antwoorde hem: Mijn hooft, eer ickt na Spanjen sont,
70[regelnummer]
Ick leydet in den schoot des Princen van Oranjen.
Dry afvalligen.Ga naar voetnoot*
Dry hoofden van het volck wel-eer met Mose twisten,
'tWas Core, Abiram, en Dathan, die den grontGa naar voetnoot72
Der aerde, door Gods last opscheurende, verslontGa naar voetnoot73
Met alle die van haer vermeten handel wisten.Ga naar voetnoot71-74Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Nu sent ons Oostenrijck dry afgevallen ChristenGa naar voetnoot75
De wreetste diemen noyt in Nederlant en vont,Ga naar voetnoot76
Ons 'teedele Maestricht te rucken wt den mont,
Tot schade van het lant, tot vreugde der papisten.
O drymael-groote God, der vromen stercke vrint,
80[regelnummer]
Die drymael hebt vervloeckt die Christum niet en mint,Ga naar voetnoot80
Soo goedich als ghy ons dry steden hebt gegeven,Ga naar voetnoot81
| |
[pagina 133]
| |
Maeckt ydel door u macht den raet van dese dry,Ga naar voetnoot82
En schickt dat haren naem altijt vergeten syGa naar voetnoot83
Of tot haer smaet en hoon mach eeuwichlijcken leven.
Graef Ian en Cordua.Ga naar voetnoot*
85[regelnummer]
Graef Ian sat op een creeft, 'tis niet seer lang geleden,
En riep met bly gebaar: dat gelt na Hollant toe.Ga naar voetnoot86
Den creeft quam op de loop, en, ick en weet niet hoe,Ga naar voetnoot87
Is met hem aerseling tot in de Palts gereden.Ga naar voetnoot85-88Ga naar voetnoot88
Graef Ian vont in de Palts (verschricket voor de Sweden)Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Een Corde-wagen die hem opnam mat en moe,Ga naar voetnoot90
En rolde met de vracht soo lustich als een koeGa naar voetnoot91
Naet leger voor Maestricht, dat dacht hy te vertreden.
Graef Ian wou datmen hem sou cruijen door de Maes.
De snoecken keken op en snapten na het aes,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Maer sijnen wagen brack, en hy viel inde modder.Ga naar voetnoot93-95
O Ian, nu wordy Ian. ick seyde het u welGa naar voetnoot96
Dat ghy ten tweeden mael verliesen soudt het spel.
Den Prins een meester is, en ghy sijt maer een brodder.
Papenheym.Ga naar voetnoot*
De Papen heymelijck heel Duyts-lant overvielen
100[regelnummer]
En hebben het gestort in een soo fellen brant.Ga naar voetnoot99-100
| |
[pagina 134]
| |
De Papen heymelijck nu soecken Nederlant
Te vullen met het schuym van allerhande fielen.Ga naar voetnoot102
De Papen heymelijck ons pogen te vernielen
En trachten van Gods volck t'ontstrengelen den bant.
105[regelnummer]
De Papen heymelijck omsweven see en santGa naar voetnoot105
Verkeerende 'tgeloof, verwerrende de sielen.Ga naar voetnoot103-106Ga naar voetnoot106
Der Papen heymelijck voornemen comt aent licht.
Sy hebben Papen-heym gesonden voor Maestricht
In vredelijcken schijn met vyantlijcke wapen.Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
O Staten van ons lant, die houdet woort en eet,
En nimmer het verbont met yemant overtreet,
Siet hier de nabuyrschap en trouwe vande papen.
Vlucht van Papenheym.Ga naar voetnoot*
Op, Papenheym, 'tis tijt dat ghy laet sien de hacken
En sleypet met u wech dit duyvelsche gebroet,
115[regelnummer]
Dat Romen heeft geteelt en Spanjen heeft gevoedt.Ga naar voetnoot115
Fris op, eer datmen u vernestelt de casacken.Ga naar voetnoot116
Gelooft vry dat voor u wat anders was gebacken,Ga naar voetnoot117
Die soo begeerich quaemt te suypen onse bloet.
Doch 'tblijckt dat uwen lust al vroechjes is geboetGa naar voetnoot119
120[regelnummer]
Nu ghy soo veerdich zijt u spillen op te packen.Ga naar voetnoot120
| |
[pagina 135]
| |
Ghy hebt te goeden coop betreden Nederlant,Ga naar voetnoot121
Al hebdy op het lest u leger afgebrantGa naar voetnoot122
Weest daer niet treurich om, dat heeft niet te bedieden.Ga naar voetnoot123
Denckt dat u groot geluck en eere wedervaert
125[regelnummer]
Soo uwe boose siel wert vluchtende gespaert.
Want het geen schand' en is voor onsen Prins te vlieden.
Maestricht verovert.Ga naar voetnoot*
Geluckich, soo ghy u geluck ten rechten kende,
Inwooners van het schoon en lustige Maestricht!Ga naar voetnoot128
Van het Maraens gespuys bevindy u verlicht,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Dat voor veel jaren u soo wredelijcken schende.Ga naar voetnoot130
De Heer, barmhertichlijck aensiende u ellende,
Keert tot u in genae zijn vaderlijck gesicht
En van sijn reyne leer doet glinsteren het lichtGa naar voetnoot133
Op dat hy uwen voet tot zijne paden wende.
135[regelnummer]
Ghy hebt voor den tyran en d'afgoden gestre'en,Ga naar voetnoot135
Ghy hebt ons leet gedaen, en selve veel gele'en.
Nu leerdy doort verlies het beste te verkiesen.
Gelijck, als door den storm beschadicht is een schip,
De menschen altemet haer redden op een clipGa naar voetnoot139
140[regelnummer]
Alwaerse lijf en goet gedachten te verliesen.
Finis.
|
|