Den siecken Arent. Arent: de dubbele Rijksadelaar van het Roomsch-Duitsche keizerrijk, (hier voor:) keizer Ferdinand II; den Coninck van Sweden: Gustaaf Adolf. De volgorde der gedichten doet mij vermoeden, dat dit vers slaat op den allereersten tijd na diens landing, toen hij bezig was in het Noorden van Duitschland zijn positie te versterken en o.a. Stettin had bezet.