Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendOpt bedriegelijck vasten van Eva Vliege.Ga naar voetnoot*Soo Eva onse moer heeft eenen man bedrogen
O Eva, ghy bedroocht de werelt met u logen.
Soo Eva eenmael heeft te gulsich toegetast,
Ghy hebt een lange wijl wel loselijck gevast.
5[regelnummer]
Wist Eva heymelijck het appeltgen te snoepen,
Ghy smuldet stillekens en sonder luyde roepen.
Heeft Eva met de slang' in handeling' geweest,Ga naar voetnoot7
Die u dees valsheyt riet en was geen goeden geest.
Maer Evae is van God de grijnse afgenomen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En met u sijn opt lest de baecken wtgecomen.Ga naar voetnoot10
O mannen, tsy u tot waerschouwinge geseyt:
Geeft Eva geen geloof, soo wordy niet verleyt.
|
|