Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendBestant.Ga naar voetnoot*De Joden veertich jaer de wildernis doorgingen
In moeyte, in gevaer, in schaersheyt aller dingen,
Opt eynde van dien tijt en na dien droeven stantGa naar voetnoot3
Brocht haer Jehosua in het beloofde lant:
5[regelnummer]
Den oorloch veertich jaer int wilde ons dee lopen,
Nu doet den treves ons t'lant van beloften openGa naar voetnoot6
Daer ons de Spangiaert deyt beloften sonder maet,Ga naar voetnoot7
Beloften sonder gront, beloften sonder daet,
En wou dat wy ons selfs met siel en lijf vercoftenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Voor een geschilden lant van ydele beloften.
|