Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendT'selve.De sonne sal van schrick bewimpelen haer stralenGa naar voetnoot1
Als Christus onse Son comt tot ons neder-dalen.
De mane sal in angst ontverwen haer gesicht
Als inde wolcken vlamt des werelts grote licht.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
De sterren sullen staen en zidderen van verre
Wanneer verschijnen sal die helle morgen-sterre.Ga naar voetnoot6
O hemels teyckenen, waer wildy henen vlien
Alst teycken vanden Soon des menschen wert gesien?Ga naar voetnoot8
Als water, vuyr, en locht, en aerde sullen branden
10[regelnummer]
Wat isser dan een claeg' en droefenis voorhanden!
|
|