Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendDoop Christi.Ga naar voetnoot*Hoe comt ghy, Heer, tot my, en wilt dat ick u wassche
Daer ghy den meester sijt, en ick maer stof en assche?
Wat smette sal u oock afspoelen de Jordaen
Die schoon zijt als de son, en reynder als de maen?
5[regelnummer]
Johannes, alle plicht voldoe ick onverdroten
Voor my waert nodeloos, t'is voor mijn bontgenoten.
Het water, dat om my te suyveren genaeckt
Door mijne suyverheyt self suyver wert gemaeckt,
En sal van nu voortaan de sielen louter maken
10[regelnummer]
Van die door mijnen Geest na mijne goetheyt haken.
|
|