Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendDoop Johannis.Elias Godes knecht had drymael wtgegoten
Voor d'ogen van het volck sijn reyne offerand'
De droppels vielen neer, en vulden tot den rand'
(Ront-omme den altaer) de nieu-gemaeckte goten,
5[regelnummer]
Als God heeft sichtbaerlijck ten hemel wt geschoten
Een vlackerende vlam diet alles heeft verbrant,
Dat aerde, hout, en steen gelijckelijck verswant,
De groepen wierden drooch die eerst vol water vloten:Ga naar voetnoot1-8Ga naar voetnoot8
Johannes insgelijcx den anderen ThisbijtGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Op menich sondich mensch goot wt te sijner tijt
De suyverende vloet der heyliger riviere,Ga naar voetnoot11
Maer ghy, ô Godes Soon opbouwer van u kerck
Volbracht by sijnen dienst het alder-grootste werck:
Ghy dooptet met den Geest, ghy dooptet met den viere.Ga naar voetnoot14
|
|