Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendT'selve.Wie leert u, woekenaer, dat ghy soo weet te manen
U armen schuldenaer opt wandelen der manen?Ga naar voetnoot2
'K sou seggen, t'is den geest die het beseten kintGa naar voetnoot3
Na t' lopen vande maen te martelen begint,
5[regelnummer]
T'en waer, dat die hem quelt wanneerse is int wassen,Ga naar voetnoot5
Maer ghy, alsse vernieut weet op u man te passen.
|