Over-Ysselsche sangen en dichten(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Hant en tonge. Terwijlen dat de hant wel vlijtich arebeydet De tonge tot den prijs des Heeren sy bereydet: De bye leert u dat; die heeft tot eenen stont De pootgens aen het was, en t'honich inden mont. Vorige Volgende