Welke veranderingen?
Wat zouden we nu zoal aan veranderingen mogen verwachten? Men mag aannemen dat in de eerste plaats getracht zal worden zoveel mogelijk de nieuwe spelling van de Nederlandse taal te volgen. Dat houdt in, dat -ee-, -oo- en -sch- daar nxoeten verdwijnen, waar ze niet meer thuis horen. Heerenveen, Vaasen, Roodeschool en Oudenbosch worden dan Herenveen, Vasen, Rodeschool en Oudenbos. Allerlei lettertekens die alleen in woorden van vreemde oorsprong voorkomen, zoals -c-, -q-, -x- en -y- gaan waarschijnlijk ook voor de bijl. Dus niet meer Coevorden, Acquoy, Axel en Deyl, maar Koevorden, Akkooi, Aksel en Deil. Verder mag men hopen dat zoveel mogelijk verouderde klankaanduidingen het veld ruimen. We zouden dan Zutfen, Tolen, Roon, Berg, Wije, Oostcrwijk, IJsel en Nunen krijgen in plaats van Zutphen, Tholen, Rhoon, Bergh, Wijhe, Oisterwijk, IJssel en Nuenen.
Vermoedelijk zal men namen die op etymologische gronden anders geschreven zouden kunnen worden, over het algemeen niet veranderen. Het is te verwachten dat bij verschil tussen de plaatselijke uitspraak en de in het land gebruikelijke een naam overeenkomstig de laatste geschreven zal worden. Doetinchem blijft dan Doetinchem en wordt geen ٭Deutekom.
Zeer veel moeilijkheden ondervindt men natuurlijk bij de schrijfwijze van de Friese namen. Het zou onjuist zijn deze klakkeloos te verhollandsen. Ze moeten echter wel ingepast worden in het systeem van Nederlandse spelling en. daarom zal er zo hier en daar wel wat aan gesleuteld gaan worden. Het lijkt mij, dat dit een van de lastigste problemen is waarvoor men zal komen te staan.
De grootste chaos heerst op het ogenblik ongetwijfeld bij de aaneenschrijving van aardrijkskundige namen. Men hoeft maar een telefoonboek, een spoorboekje of een ander min of meer officieel naslagwerk in te kijken om te zien, dat geen enkele (semi-) overheidsinstelling met dit probleem raad weet. Ik ben dan ook nieuwsgierig naar de wijze waarop de men dit hoopt op te los-