Variërende morgen
Een maat die een zeer grote verspreiding gekend heeft, was de morgen. Oorspronkelijk werd er de hoeveelheid land mee aangeduid die men in een morgen met een span ossen ploegen kon, maar deze betekenis heeft het woord al in de vroege middeleeuwen verloren. Bij ons is de morgen alleen als oppervlaktemaat in gebruik geweest. De Rijnlandse morgen van 0.85 hectare was de meest bekende, maar daarnaast bestonden er onder andere ook Utrechtse, Waterlandse, Hondsbossche, Zuidhollandse, Sallandse, Gelderse, Bossche, Limburgse en Kleefse morgens.
Net als bij de gemeten vinden we zowel kleine als grote morgentallen in aardrijkskundige namen terug. Op bescheiden groottes duiden veel voorkomende veldnamen als de Morgen, de Twee Morgen, de Drie Morgen, maar ook de Derdalemorgen te Uitgeest. Bij die laatste naam zal misschien niet iedereen onmiddellijk doorhebben dat het om een stuk land gaat dat bij de naamgeving derdehalve (= twee en een half) morgen groot was.
Hogere getallen komen we vooral bij poldernamen tegen. De Veertig Morgen ligt bij Overschie. Die zelfde naam vinden we ook bij Meeuwen en Drongelen. Onder Nootdorp treffen we zowel de Negentig Morgen als de Honderd Morgen aan. Een oppervlakte van 100 morgen is kennelijk zeer gebruikelijk geweest voor een polder, want de naam de Honderd Morgen is eveneens bekend uit Assendelft, Bemmel, Cromvoirt en Moerkapelle.
Via de Honderdtien Morgen bij Hillegersberg en de Honderdveertig Morgen onder Bleiswijk komen we uiteindelijk bij de Duizend Morgen in zowel Opandel als Rijswijk in Noord-Brabant. In de laatste twee gevallen is de teller kennelijk op hol geslagen of hebben de naamgevers een grap uitgehaald. Naar het kaartbeeld te oordelen kunnen die polders nooit 1000 morgen groot geweest zijn, maar hoogstens 100 à 200 morgen.
Dat het werkelijk aantal morgens niet altijd met de naam klopte, blijkt al een middeleeuws verschijnsel te zijn. De secretaris van