Geschiedschrijving
De herinnering aan gewapende conflicten is later dikwijls op de achtergrond geraakt. Het interessante is echter dat de vernoemingsnamen over het algemeen gegeven zijn op momenten dat die gebeurtenissen nog volop in de belangstelling stonden. In de keuze van de namen hebben de naamgevers vaak iets van hun opvattingen over dat verre geweld vastgelegd en aangegeven welke plekken er volgens hen de belangrijkste rol in speelden.
Neem bijvoorbeeld België. Zelfs als dat land straks niet meer bestaat, zal de Nederlandse toponymie er nog herinneringen aan bewaren. We treffen bij ons immers plaatsnamen aan waarvan de oorsprong nauw met het ontstaan van België als staat verbonden is.
Zonder de Belgische opstand zouden onder andere het gehucht België bij Jubbega-Schurega en de buurt de Citadel in Nieuwdorp nooit hun naam gekregen hebben. Datzelfde geldt trouwens voor minstens zestien andere plekken in Nederland die de Citadel heten. Verschillende dorpen in het noorden van Nederland, zoals Wanswerd, Leens, Stitswerd en Oldenzijl dragen de bijnaam Klein Brussel. De oorsprong daarvan moet eveneens in Belgisch-militaire sfeer gezocht worden. Het gaat in al deze gevallen om vernoemingen die tot stand gekomen zijn onder invloed van de opstand in het Zuiden en van de langdurige belegering van de Citadel van Antwerpen die daarin zo'n belangrijke rol heeft gespeeld.
De afsplitsing van België is niet de enige gebeurtenis die wapengekletter uit de Nederlandse toponymie doet opklinken. Er zijn andere voorbeelden aan te wijzen waarbij geweld in het buitenland de groei van onze vernoemingsnamenvoorraad bevorderd heeft.
De Gelderse boerderijnamen Moskowa, Maloi Jaroslawitz, Beresina, Lutzen, Bautzen, Dresden, Düben, Leipzig, Brienne en Montmirail vormen samen het oorlogsdagboek van Napoleon vanaf de tocht naar Rusland tot begin 1814. Nadat het eenmaal slecht met de keizer gegaan was, zijn de Nederlandse naamgevers helemaal actief geworden.