Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 87] [p. 87] XXXIX. Sayonara.Ga naar eind1) De laatste rozige' eiland-toppen stuiven Reeds weg in witte wazen, di aantijgen Van 't Oosten, waar straalloos de Zon golf-kuiven Voor zilveren kim koolrood berimpt. - Nog nijgen - 't Kleed eng saamvattend - geisha's tot mij, schuiven De lucht betrippend nader: lachend stijgen Zij achter 't zeil van 't witte schip en wuiven Er wind in met hun wajers. Maar plots zijgen Zij in 't azuur bijeen met droef geöog, Waar 't zog - hun loop te snel - de kiel navloog. Tans: arme moesmé's, hoe met lonken, wenden Gij m'ook wilt houden in Uw tooverban, Kan 'k slechts van ver U nog wat kussen zenden Als laatst: ‘Vaarwel!’ - ‘Tot weerziens!’ - aan... Japan! Amsterdam./1898-1902. eind1) Sayonara: Vaarwel! Vorige