Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] XXIII. In den Tempel van Kamé-Ido.Ga naar eind1) Zo ik bekoord door rose bloesemweelde Noojt blank velijn met verzen-val, hoogrood, Met lentegloed van poëzi bedeelde, Dan hing als liefde-vlag aan kersenloot, Als daimiyo nooit ten dicht-wedstrijd genoot Op blanke' afhoengi minnezang penseelde En deze als bestroojd met bloemen bood Aan haar, wier spelden-zon di zielsbloej teelde, Toch offer ik, zo ik mij niet mag meten Met velen, di hun dicht-penseel U wijdden O Ten-Man,Ga naar eind2) U mijn stift van niwer tijden, Wil ook mij, vreemde duivel, niet vergeten En 'k zal met ritmen wuivend wajer-zwiren Nog steeds, o dichtgod, Nippons glori viren. eind1) De tempel van Kamé-Ido is gewijd aan Ten-Man, de Apollo der japanse dichters, aan wien ze als ex-voto hun penselen wijdden. eind2) Ten-Man zelf, een dichter uit de IXe Eew, werd later als zodanig geëerd. Vorige Volgende