Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] VI. Mongoolse Stemming. De bonkels, schakels gasgoud kim-ver zwichten Langs straat-, aan straatbaan saam, lantarens kijken Eenzaam uit groen, waarin ze weer verwijken, Nu 'k Amsterdam doordool. De lichten, lichten Staan als in kappen, spits-mongools; er richten Zich draken-paren langs hun brons op, lijken De koppen van elkaar gedraajd te prijken Om strijd met wreden muil. De standaards spichten Als kaarsen vroom bij honderden ontstoken In blauwe tempelhal, waaraan ontloken De sterren goud heenspetten, vuur-chrizanten, Di Kami's kunstig in figuren planttenGa naar eind1) Om Boeddha's hoofd, reus, hoog de Stad ontgrauwend, Blind voor d'omflonkering slechts zich zelf doorschouwend. eind1) De Japanners planten chryzanten in allerlei fantastise vormen. Vorige Volgende