Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] XXII. The flowers, that bloom in the spring....Ga naar eind1) O Land, dat, zo gewolk uw Zon betrekt Beschaduwd als in siësta slingt, gedekt Door halo-bleke stralen, wijd en zijd Als uit een hemel-parasol gespreid, Ge lijkt, als uwe foedzji franje's breid Eén bloemgrot, waarvan teer-blauw druipsteen glijd, En als de sneew nog langs de takken rekt Dan wit en roodt pruimbloesem, di er gekt Bij 's Winters aftocht. Hier spicht zonder groen, Het tulpgeboomte'Ga naar eind2) om menig pavieljoen, Waar 't rose als bruigoms stoet, blank voor de bruid In tchaya'sGa naar eind3) menig minnend paar omsluit, Dat vlinderlicht in bloemen-sferen leeft, Op wajer-zwier chrysant-gezon doorzweeft. eind1) The flowers that bloom in the spring: De bloemen, di bloejen in de lente. eind2) De tulpboom krijgt eerst bloemen, later pas groen, de hier bedoelde is de magnolia obovata. eind3) Tchaya: teehuis. Vorige Volgende