‘En ze heeft daarbij nog wel een verovering gemaakt!’ mengde Corelli zich lachend in het gesprek.
‘Ja, een Franse tourist, Lubois of Dubois, heeft drie keer achter elkaar met me gedanst. Ik kon natuurlijk niet afzeggen, maar aangenaam was het me niet.’
‘Was hij zó onsympathiek?’ vroeg ik.
‘Dat niet, - maar U had zijn gezicht eens moeten zien, o, zijn gezicht!’
Donald glimlachte schelms: ‘Wat was er mee? Zó lelijk?’
‘Nou, zo - excuseert U het woord - zo idioot! Een gezicht waarvan je de stompzinnigheid kon aflepelen! Net een prent uit een humoristisch blaadje! Een caricatuur in één woord!’
We spraken nog een tijdje over dit onderwerp verder; toen betrok Baranzo de beide gebroeders Vismara in het gesprek met de vraag:
‘En waar hebben jullie uitgehangen?’
‘In... hm... in Milaan,’ antwoordde Guglio Vismara en hield zijn ogen hardnekkig naar beneden gericht.
‘Ja, we hebben niets bijzonders gedaan, getennist, gelezen, 's avonds naar de bioscoop,’ - voegde Cesare Vismara er aan toe.
De heren hadden wèl een kort geheugen! En dat zou wel zijn bijzondere oorzaak hebben. Ik maakte een aantekening in mijn geestelijk notitieboekje: ‘Gebroeders Vismara doen verdacht!’
De heren Vismara verwijderden zich dadelijk na de lunch. Corelli hield ze nog even staande: ‘Vanavond precies om half acht hier in de villa, hè, afgesproken?’ En tot ons: ‘Mijne heren, ik heb de eer U uit te nodigen tot een bezoek aan de Scala. 'n Nieuwe enscenering van “Carmen” - véél belovend! Kan ik U dus verwachten?’
Er was geen een, die de uitnodiging afsloeg! Wie zou deze prachtige opera niet willen zien in de beroemde Scala, met de beste zangers, en de weelderigste decors! - Zo werd dus afgesproken, dat het gezelschap precies half acht naar de eetzaal zou komen - al in avondkleding -