5. Domein van toepassing
De claim van de institutionele benadering is dat ze op alle periodes van toepassing is. Nu is binnen de historische-letterkundestudie de laatste decennia een toenemende aandacht voor de (cultuur-)historische en ook wel sociale context merkbaar; ook voor latere periodes is de aandacht voor het functioneren van literatuur in instituties als genootschappen en de relatie met het maecenaat groeiend, zodat een stimulerende aanscherping van deze thematiek zeker in vruchtbare bodem kan vallen. Voor het historisch-letterkundig onderzoek ligt het in de rede te verwachten dat van het aandachtsgebied een stimulans zal uitgaan om ook op dit terrein naar een verdergaande toepassing van de institutionele benadering te streven en tot een synergisch samengaan van institutionele en reconstructiebenadering te komen.
Ook op bepaalde terreinen van de vreemde-talenstudie wordt belangwekkend onderzoek verricht naar literatuuropvattingen in institutionele kaders (te denken valt bijvoorbeeld aan de bloeiende aandacht voor commentaren (op oudere, klassieke en middeleeuwse, teksten in de 16e en 17e eeuw in de Europese taalgebieden en in het (neo)latijn, alsmede de tekstedities van Spenser, Shakespeare en anderen die in Engeland in de 18e eeuw ontstaan). Maar ook hier geldt dat een striktere integrerende toepassing van de institutionele benadering heilzaam zou kunnen werken.