6. Organisatorische kwesties
De opstellers van het voorstel voor het nieuwe aandachtsgebied, G.J. Dorleijn en C.J. van Rees, fungeren als coördinatoren. Ze worden in die functie begeleid door een door het bestuur van de Stichting Literatuurwetenschap ingestelde stuurgroep, bestaande uit prof. dr. E. Ibsch (ALW, voorzitter), prof. dr. P.H. Schrijvers (klassieke talen), dr. P.W.M. Wackers (mediaevistiek), prof. dr. M. Spies (Nederlands/renaissance), prof.dr. P. de Voogd (anglistiek, i.h.b. de 18e eeuw), dr. L.H. Hoek (romanistiek, i.h.b. de 19e en 20e eeuw).
De coördinatoren komt een speciale verantwoordelijkheid toe voor de invulling van het aandachtsgebied met specifieke projecten. De meest wezenlijke taak van de stuurgroep is erop toe te zien dat de doelstelling van het aandachtsgebied gerealiseerd wordt.
De coördinatoren maken telkenmale een concept-jaaragenda. Op deze agenda staan uitgewerkte onderzoeksprojecten met een specificatie van hun personele inzet (oio's of post-docs). Over deze concept-jaaragenda wordt intensief overleg gevoerd tussen de stuurgroep en de coördinatoren. De stuurgroep ziet erop toe dat de voorgestelde onderzoeksprojecten voldoende breedte en gevarieerdheid vertonen wat betreft de probleemstelling en de discipline die zij omvatten. De stuurgroep adviseert de coördinatoren en doet hun voorstellen toekomen met betrekking tot de concrete invulling van de onderzoeksprojecten. Ook schenkt zij bijzondere aandacht aan de inbedding van een project binnen bestaande VF-programma's en/of segmenten van onderzoekscholen. De stuurgroep fungeert tevens als vraagbaak of intermediair voor het benaderen van collega's die de dagelijkse leiding en/of uitvoering van een project op zich kunnen nemen. Nadat de jaaragenda door de stuurgroep gefiatteerd is, wordt deze in het bestuur besproken. Het bestuur beslist of de ingediende jaaragenda wordt uitgevoerd.
Om begrotingstechnische redenen wordt ernaar gestreefd het tijdschema min of meer parallel te laten lopen met de jaarlijkse subsidieronde.
In de voorgaande paragrafen zijn onderzoeksproblemen aangegeven; deze zullen worden uitgewerkt in voorstellen voor onderzoeks(deel)projecten.
Deze onderzoekvoorstellen zullen worden beoordeeld volgens de in de Stichting Literatuurwetenschap-richtlijnen aangegeven procedure en aan de hand van de in deze richtlijnen genoemde beoordelingscriteria. Er zijn twee randvoorwaarden voor de formulering van onderzoekvoorstellen:
1. Een voorstel dient een goede beschrijving te bevatten van de instanties en personen die het ontwikkelen van literatuuropvattingen en het gebruik ervan bepalen.
2. De interactie russen die instanties en personen dient in de beschrijving aan de orde te komen. Hiermee wordt gerefereerd naar de gewenste integratie van de reconstructie- en de institutionele benadering.
De coördinatoren zullen in samenspraak met de stuurgroep seminars organiseren waarop over het onderzoek wordt gerapporteerd en waarop nieuw onderzoek binnen de hier uitgezette lijnen wordt aangekaart. Op uitnodiging zullen terzake kundige onderzoekers in den lande bij het opzetten en uitvoeren van nieuw onderzoek worden betrokken.
Voorts adviseren stuurgroep en coördinatoren het stichtingsbestuur inzake prioriteitsstelling van subsidiabele onderzoekprojecten op het terrein van het aandachtsgebied.
Coördinatoren en stuurgroep worden tenslotte belast met de periodieke rapportage aan het bestuur over de voortgang van het onderzoek binnen het aandachtsgebied.