Een nieuw aardig prentenboek(1899)–W.P. Razoux– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] De ijsselijke Geschiedenis van den klimmer. t'Kleine Pietjen, t'kleine Pietjen, O, dat was zoo'n deugenietjen, Stout zijn, was zijn daag'lijks leven; Vaak deed hij zijn' moeder beven. Als hij klom op bank en stoelen; - ‘Die niet leeren wil moet voelen!’ Sprak zijn' moeder ied're keer, Maar toch deed de knaap het wêer. [pagina 12] [p. 12] Eens was t'venster opschoven, Daar kwam stoute Piet wêer boven, Klom voor t'raam al heen en wêer, En -o Wee!- daar viel hij nêer, En daar brak hij, op de steenen, Bei zijn' armen en zijn' beenen, Vreeslijk was t'gegil op straat! ‘Kind'ren, t'was het loon van t'kwaad!’ Vorige Volgende