Triomf van Nederlandt, of vervolg op het Eerste Tweede en Derde deel van het Geuse Liedboek
(1734)–Dirk Ravestein– AuteursrechtvrijVoys: Ag Cupidootje kleyn &c.Den laesten van Juny,
Op de na middag,
Viel buyten de Lini,
t' Ekeren een slag,
Veel bloed Wierd vergoten,
So Duytsche als ook Frans,
| |
[pagina 56]
| |
Duyzende doorschooten,
So Paerden als Mans.
Bouflers quam zeer spoedig
Met een groote magt,
Vertoonde zig moedig,
Geheel onverwagt,
Coupeerde de passen,
Verzuymde geen tijd
Om zo te verrassen
De Duytsche subijt.
Geen blijd liet hy sparen,
Geen tijd wierd verlet,
Tot datze al waren,
Omringd en bezet,
Om niet 't Eschappeeren,
Maer geheel te verslaen,
Doe liet hy chargeeren,
En viel op haer aen.
Hier toonden de Franse,
Dat haer niet was bang,
Al duurden dit danse,
Dien halve dag lang,
Streeden als Barbare,
Ja meer als gemeen,
Vermits zy wel waren,
Meest drie tegen een.
Daer hoorde men vroepen,
Avans Bataljon,
De Holandsche Troepen,
Hernamen het Canon,
Met de toebehoren,
Munitie en Kruyd,
't Welk eerst was verlooren,
En meer andre buyd.
Sy sloegen de Franse,
Weer uyt zeker pas,
Schoons' haer met verschanse,
Bedekt hadde ras,
Haer Canon en Dooden,
Sy lieten in 't Vuur,
Met de rest zy vlooden,
De druyf was te zuur.
Le povre Gens d'Arme,
Verhoopte daer eer,
Maer 't wierde haer zo warme,
Dat ze keerden weer,
Verliet de Standare,
Met Poke en Vaen,
So als van de hare,
Meer hebben gedaen.
't Kleyn Leger der Staten,
Verloren doe veel,
Dog Bouflers moest laten,
Ruym een groter deel,
De kans ging sig keeren,
Doen zag men wel haest
Monsieur retireren,
Confuis en verbaest.
Dus ging hy vertrekken,
Met een stille trom,
De nagt quam hem dekke,
Hy zag niet meer om,
Wijl hem niet kost baten,
Magt list nog geweld,
Moesten zy verlaten,
Het bebloede Veld.
Wie kan genoeg roemen,
Dit volk van den Staet,
Om niemand te noemen,
En eyder Soldaet:
So hooge als lage,
Te Paerd en te Voet,
Hebben haer gedragen,
Als Leeuwen vol moed.
De Franse Noblesse,
Sijn zeer gedegoutreert,
Van
| |
[pagina 57]
| |
deze Caresse,
Ditmael gesouffreerd,
Van die plompe Natie,
By haer als onweerd,
Dog groot van courasy,
So haer de tijd leerd.
Wel Konink der Franse,
Hier hebt gy mijn stof,
Tot Lauriere kranze,
Voor het Franse Hof,
Hoie steygerd u glory,
Gelukkige Troon,
Of is die Victorie,
Voor uwe Soons-Soon.
|
|