‘Als je nu naar hem kijkt, zou je niet denken dat hij zonet heeft gebraakt. Ik weet het niet, maar dit is een vreemde toestand.’
‘Ach,’ was de reaktie van de vader, ‘Sam zei me dat Henry in elk geval vroeg moest gaan slapen, want hij dacht ook aan een acute aanval van wormen.’
‘Maar Albert, dat kan toch niet? Ben je vergeten dat we ze drie weken geleden een stevige wormenkuur hebben gegeven? Jij wou ze toch schoon hebben voor we gingen verhuizen?’
‘Ach ja, inderdaad, dat was ik helemaal vergeten; Marcel haalde een keer het toilet net niet en Henry ging om het half uur.’
Ze schoten in de lach maar werden daarna weer ernstig.
‘Nee,’ zei de moeder, ‘wormen kunnen het niet zijn. Vanochtend heeft hij tot twee keer toe brood gegeten en vanmiddag heeft hij zoals gewoonlijk een flinke porsie naar binnen gewerkt. Dat ding is begonnen toen hij naar binnen kwam, toen jullie bezig waren het achtererf op te ruimen. Ik zag het direct aan z'n ogen. Heb je daar achterop niets gezien? Zwarte flessen met rode strikjes of zo?’
‘Ach nee, alleen maar een stuk van een bakstenen stoep uit de vorige eeuw, maar daar is toch niets van zwarte magie aan?’
‘Gelukkig komt m'n moeder morgenmiddag, ik ga haar dit geval voorleggen, ik bel haar morgenochtend desnoods even op. Ze had ons op 't hart gedrukt een kleine inzegening te houden, wat bier om het huis en in de hoeken van het erf te plengen, maar jij vond....’
‘Luister Marcella, je was het ook met me eens, je hebt mijn weigering toch ondersteund?’
‘Ja, inderdaad, maar dat heb ik meer gedaan om de goede vrede te bewaren. Ik vond het echt niet leuk van je toen je in het bijzijn van mijn moeder zo tekeer ging; ze had echt geen kwade bedoelingen met haar voorstel.’
‘Ja, maar je weet toch dat ik niets moet hebben van die wisidingen.’
‘Dit heeft niets met wisi te maken, dat bier gooien is gewoon een oud gebruik. Het is net zoiets als de president van een land die een