grote, over haar knie plakte.
‘Dank U wel’, zei de zacht. Ze keek rond in de keuken en zag het bakje met eieren dat ik de dag ervoor op tafel was vergeten. Ik had ze van huis meegenomen omdat ik 's avonds vaak een spiegelei bakte.
‘U gaat Pasen vieren, nò’
Eerst begreep ik haar niet, toen zag ik haar ogen op die eieren gericht.
‘Eeh......nee, niet direkt, dit is om te bakken. Maar je hebt gelijk, straks is het Pasen, dan kleur je een hardgekookte ei en dan verberg je het’.
‘Waarom doen ze dat?’ vroeg ze.
‘Uit een ei komt toch een kuikentje? Dus uit een ei komt een nieuw leven. En in deze tijd is de Here Jezus door de Romeinen aan het kruis gespijkerd totdat hij stierf. Later is hij weer levend geworden, net zoals uit een ei leven komt.’
‘Oo’, zei ze.
‘Ga je ook Pasen vieren met eieren?’ vroeg ik.
Ze keek naar de grond.
‘Nee’, zei ze. ‘Me moeder heeft geen geld om zoveel eieren te kopen’.
‘Oh.....luister, overmorgen is het Pasen. Morgenmiddag breng ik vijf eieren voor je. Dan kunnen jullie ook Pasen vieren’.
‘Echt, echt waar?’ vroeg ze.
‘Ja. Maar dan moet je me twee dingen beloven’.
Ze keek me met spanning aan.
‘Ten eerste moet je je broertjes niet om de haverklap slaan, wees een beetje liever voor ze. En ten tweede kom je niet zomaar aan die birambieboom, je moet