of een zeef onder de kraan zou doen of in de keuken van vele restaurants in de stad zou gaan kijken, dan zou U ook een heleboel dingen zien drijven of zweven.’
‘Je bent bedonderd, jongen. Kom niet meer aan mijn suiker, die bruine suiker is voor jullie’.
‘En voor wie is die witte suiker dan?
‘Die is voor de stroop.’
‘Net alsof we zonder stroop dood zullen gaan. En ik ben zeker dat gie stroop pas over een paar maanden wordt gemaakt, als de schaarste voorbij is.’
‘Natuurlijk, nu ga ik het niet doen.’
‘Dan waarom wordt de suiker nu dan bewaard?
Kong njam 'ing. Als 't op is, is 't op. En er zit daar vijf kilo, nou, zeg vier. Dat is genoeg voor een twee maanden Dan draait de fabriek weer........
‘Ach jongen, je kletst een hoop, laat m'n suiker met rust en hou je brutale mond dicht. Ga maar tegen je moeder zo praten, maar niet tegen mij. Het is de school, daar maken ze jullie opstandig. Dus knoop het in je oor, blijf af van m'n witte suiker.’
‘Ja, ja, komt in orde.’
De volgende ochtend gooide ik uit wraak overdreven veel suiker in m'n thee, een deel kon niet oplossen, de oplossing was verzadigd. Het leek alsof mijn speeksel de hele dag zoet was. Toen ik na school thuis kwam, besloot ik mijn vaat van vanochtend zelf af te wassen.
Tante was naar haar roddelvereniging in de stad, ik was vroeg thuis, want we hadden repweek. Ik had nog geprobeerd Martha mee te nemen, zogenaamd om samen te studeren voor morgen. Helaas had ze een vermoeden gehad dat ik iets van plan was. Ze had niet gehapt, jammer, daardoor kon ik ook niet happen, er werd dus die dag niet gehapt.
Ik was alleen thuis, geen Martha om in te happen, de ijskast was leeg, geen bier, alleen maar die stroop. Dan maar gaan afwassen, mijn bord, mes, mijn glas zat vol mieren. Ze trokken mijn aandacht. Ik haalde het glas uit de wasbak en hield het voor het raam in het licht. Op de bodem was duidelijk een laag niet opgeloste