Tanden pieren
Tanden, als ik ze zie, krijg ik een black-out. Ik kan er niet tegen.
Als ‘ze’ hun tanden voor me pieren, dan is het alsof een rode sluier voor mijn ogen zakt, ik word gewoon blind, ik val aan, ik weet niet meer wat ik doe, ik ruik dan bloed en de hond die mijn ouders vroeger hadden. Het is in mijn vroegste jeugd gebeurd, ik moest zo een vier of vijf jaar oud zijn geweest, die hond, dat beest, hij was vals als de pest. Maar wist ik dat!
Ik wilde met hem spelen, ook met zijn kluif. Hij mocht me al niet, want sinds ik er was, kreeg hij niet meer al de aandacht van mijn ouders.
Volgens mij moet ik die ene keer eerst flink met hem hebben gespeeld. Ik trok aan zijn start en aan zijn oren; ik kan me vaag herinneren dat hij daarbij af en toe gromde. Dat vond ik juist leuk.
Toen zag ik zijn kluif, ik strekte mijn hand uit om het te nemen, zijn tanden werden zichtbaar, zijn bovenlip trilde omhoog. Ik moest gedacht hebben dat hij grijnsde, want ik grijnsde terug en pakte het bot. De tanden ontblootten zich geheel, ik trok het bot naar me toe.
Razendsnel kwamen de tanden op me af, wit bruinachtig blinkend, groot en puntig. Hij wierp me op de grond, die valse herdershond, en bleef al tanden pierend vlak boven mijn gezicht grommen. Hij had me in die gauwigheid in mijn arm gebeten, ik voelde op dat moment nog niets. Ik zag alleen maar die blinkende, scherpe tanden, ze kwamen steeds dichterbij, de omhoogtrillende neus, het roodachtig tandvlees, de fijne adertjes erin, dat alles werd in mijn hersens gegrifd.
Ik stond doodsangsten uit, dat vervaarlijk gegrom, die warme, stinkende adem tegen mijn keel, die tanden, die tanden..............