| |
| |
| |
Vier retour tickets
Hij had er echt zin in een eind aan te maken, verknoeid had hij zijn leven, he just blew it. Alles waar hij biologisch voor in leven moest blijven, had hij door zijn schuld verspeeld.
Zijn vrouw zou nu al hoog en droog in Holland zitten. Hij kon het eerst niet geloven, maar toen zijn zwager hem vertelde dat hij haar zelf naar Zanderij had gebracht, moest hij het wel geloven.
‘Ze heeft er schoon genoeg van, ze is dat leven met jou beu,’ had ‘swagrie’ hem nog gezegd.
Zij had het toch goed bij hem gehad? Als automonteur had hij toch genoeg geld binnengebracht al die jaren? Natuurlijk was het niet genoeg om elk jaar een buitenlandse reis te maken of om de drie jaren een nieuwe auto te kopen! Inderdaad, het huis moest danig gerepareerd worden en zij had hem allang erop gewezen dat die versleten meubels vervangen moesten worden. Oké, maar hij had haar toch elke maand geld gegeven?
Hoeveel? Nou ja, soms honderd, tweehonderd en als hij een goede slag had geslagen, een keertje een half ‘dui’. Ze had wel vaak geklaagd dat het te weinig was om die kinderen te verzorgen. Die kinderen..........., mijn God, ook die waren er niet meer. Rokkie die zo fijn kon djaffen, Jolanda dat kaksie kind en Gilbert die stille water met diepe gronden..., dat was het ergste van alles, die kinderen..............
Hé, zit nou niet te suffen achter dat stuur. Met al dat gepieker had hij bijna een oude man op een fiets geblazen.
Die is net zo dronken als ik. Nee, ik ben niet
| |
| |
dronken, stel je voor. Een halve fles whisky vloert me niet. Ja, ja, daar had ze het steeds over, steeds diezelfde plaat, wat had ik een hekel aan dat gekanker.
‘Je verzuipt al je zuurverdiende geld. Als je dat geld had gespaard al die jaren, zouden we nu niet in dit broko-broko huis wonen.’
Zoveel zoop hij toch niet? Als hij een loader-, een bulldozer- of een draglinemotor na een dag ploeteren had gerepareerd, dan mocht hij toch op weg naar huis in zijn stamcafé, zijn kroeg, toch een paar rondjes geven? Zijn handen waren geschaafd, zijn lichaam zal vol smeerolie en grease, hij mocht zich toch even uitleven?
‘En da wat dang if mi soet oppo wan bartjie nanga mi mati, da sang dan, a monnie gwih, a sa kong bakka’, had hij haar vaak gezegd als ze weer eens aan z'n hoofd begon te zingen. Natuurlijk was hij dan zo dronken als een kanon en zo hoog als een tjong tjong, maar wat dan!
‘Sparen, sparen, dat is nieks voor mij, ik leef toch niet voor m'n straf’ zei hij dan.
‘Ja, ja,’ beet ze dan terug ‘jij geniet en wij moeten hier in een skrantjie osso met een tuin vol autowrakken en machineonderdelen leven.............’
-Hééé, wat doe ik nou? Jongoe, ik reed een hele tijd op de rechter weghelft. Bijna a bus nanga Suralco arbeiders blaas mi. La me beter opletten, ze noemen deze weg Highway, maar het is een deadway. Ach, al rij ik mezelf te pletter, da wat dan. Zij is weg, zij zijn weg, ik alleen ben over in een leeg huis. Gister heb ik het geprobeerd, om erin te blijven, maar dat huis bijt me. Meer vaart, la me naar Paranam gaan, eens kijken of die ouwe-gouwe van me er nog is. Hopelijk is ze niet bezet, dan kan ik vanavond een kiek bij d'r nemen.
De wagen schoot vooruit, de body was half verroest,
| |
| |
maar de motor was in prima conditie. De wind suisde om de wagen heen, de bestuurder klemde zijn handen stijf om het stuur en er kwam een wazige uitdrukking in zijn met bloed doorlopen ogen. Zijn mond hing een beetje open.
- Als ik snel genoeg rij, dan vlieg ik net als een Jumbo jet over die fabriek van Paranam heen, dan maak ik een grote bocht, richting Nederland. Meer vaart. Ik voel de wagen al een beetje loskomen van de grond.....yeah I'm flying, ik ben Buck Danny, ik vlieg in een Vliegende Tijger. -
Alles was zo mooi in die begindagen, als een roos in volle bloei. Maar al gauw begon de ellende, zij raakte een paar keer in de verwachting en hij moest daardoor harder werken. Hij ging vaker de bars steeds langer bezoeken, zijn geld stroomde steeds harder in een bodemloze fles. Zijn lichaam takelde snel af en hij kon steeds minder djaps aannemen. Zijn gezin zag hem steeds minder en als ze hem zagen, was hij straal bezopen. Soms kwam hij 's avonds niet thuis en de volgende ochtend ontwaakte hij dan met een bonzend hoofd en een naar porie en alkohol riekende mond in een vreemd bed. Naast hem lag dan één of andere derderangs publieke dame in haar vettige lichaamsplooien gehuld te slapen. Zo te zien was hij dan weer eens een avondje slordig tekeer gegaan.............
Ze had hem allang bedreigd dat ze hem zou laten, ze had hem gesmeekt en verzocht om op te houden. Hij beloofde dan beterschap, maar dat hield hij net een paar den vol.
Op een ochtend, dat was eergisteren, was hij zoals gewoonlijk met een kater opgestaan. Niemand was thuis. Met een barstende koppijn had hij met bevende handen haar afscheidsbrief gelezen. In stilte had ze met geld van haar familie in Holland de overtocht voorbereid. Vier retourtickets en ze waren verdwenen, ondanks die
| |
| |
strenge nationaliteitenregeling kon je nog gewoon naar Holland gaan om te blijven.
Hij walgde van zichzelf, hij spuugde om zich heen in de wagen, hij wilde die sopiesmaak kwijt, maar dat lukte niet. Zelfs zijn zweet rook naar sopie.
Hij kon zijn gaspedaal niet verder indrukken, die wagen reed nu op topsnelheid.
- Nu ga ik vliegen, kijk, een mooi recht stuk weg, ik rij nu zeker 150 kilometer per uur. Kijk, in de verte komt en een truck aan, ik ga hem laten schrikken, ik rij recht op 'em af en vlak voor z'n neus vlieg ik de lucht in. -
Na het bericht van haar broer had hij zich flink bezopen. Gisteren was hij de hele dag in zijn bed gebleven, hij voelde zich ziek, misselijk en teleurgesteld. Die avond was hij gek geworden in dat lege huis, overal zag hij jorka's en libba's. Vanochtend, zondag, voelde hij zich wat beter. Vroeg 's morgens was hij met een halve fles bij zich gaan rijden. Hij voelde zich opgejaagd en verstoten door de mensenmaatschappij. Al rijdende en drinkende belandde hij op de Highway.
De truck kwam zienderogen dichterbij. Nu moest hij zich schrap zetten om op te stijgen. Die wagen wilde niet stijgen, hij begon aan het stuur te rukken.
- Stijg dan op, rotding, stijg op naar Holland naar mijn kinderen, het is mijn schuld, ik kom jullie halen, nu is het afgelopen met die zuiperij, een nieuw huis, sparen, alles................ -
Eerst had de bestuurder van de truck niets opgemerkt. Toen werd zijn aandacht getrokken door een auto die zich ongewoon snel naar hem toebewoog. Daarna schrok hij zich een aap, toen hij merkte dat de wagen op zijn rijbaan reed.
- Die man is gek, hij is dronken, kijk hoe die wagen slingert, hij komt recht op me af, hij wil me frontaal rammen, ik.........waaaaaaah. -
| |
| |
Een hevige ruk aan het stuurwiel voorkwam een verschrikkelijke aanrijding. De truck vloog de weg af en kwam slippend tot stilstand..
Krijsende remmen weerklonken. De truckchauffeur zag de wagen wegschieten en een eind verderop uit de bocht vliegen. In een wolk van rook en stof verdween de wagen in het kanaal dat langs de weg liep.
Snel keerde de truckchauffeur zijn vehikel.
‘Hij reed recht op me af, beambte, met een verschrikkelijke snelheid.’
‘Wat heeft hij een duivelsgeluk gehad, dat ondiepe water heeft de slag gebroken.’
‘Hij ruikt alleen maar naar sopie’. ‘Kijk, hij komt bij, hij opent zijn ogen.’
- Mi gado, sang p'sa nanga mi? Waar ben ik? Waarom ben ik zo nat? Wie zijn die mensen? Wat doen al die agenten om me heen? Ik leef nog. O ja, die truck. Hij was opeens verdwenen. Ik was gek, wat deed ik, gewoon waanzinnig. Ze blijven bij haar ouders, ik laat haar broer een telegram sturen. Mie gaddo, pijn, pijn, mijn beide benen gebroken...... ik ben bang, mijn borst, pijn, mijn ene arm, bloed op m'n kleren, hoelang lig ik knock out? Sang, ambulance doro so min langa k'ba. Ze brengen me erin..........
Ik hoop dat ze terugkomen. Laat me in leven blijven, geef me nog een kans, daarna mag U mijn leven nemen. Ja, ze hebben een retourticket, ze had toch gehoopt terug te komen. In het hospitaal zal ik haar schrijven wat ik vanochtend wilde doen en wat ik nu heb besloten Als ze dat leest komt ze zeker. -
|
|