weest, die zich nooit met het vuile werk van massamoorden hebben bezig gehouden, zoals ze zeggen. Die fatsoenlijk soldaten zijn geweest, zeggen ze. Die er geen dag en geen uur straf voor hebben gekregen, zeggen wij.
En nu we toch bezig zijn met berichten nog even dit:
Het is uit de ‘Vormingsbladen der germaanse ss’. Aan de binnenkant van de kaft staat nadrukkelijk vermeld: ‘De inhoud is uitsluitend voor dienstgebruik bestemd. Uit handen geven verboden!’
Wij citeren uit een veldpostbrief, in één van deze vormingsbladen afgedrukt:
...Mijn dagtaak moest ik heden beëindigen met het neerschieten van Russen. Ik kreeg bevel met drie soldaten twee roodgardisten neer te schieten opdat ze niet meer gevaarlijk voor ons konden worden. Dof, lompig, als dieren worden ze aan ons overgegeven. Ik druk elk een schop in de hand en dan beginnen ze hun eigen graf te graven. Ik rook een sigaret om rust te hebben. Geen woord valt er. Russen zijn zielloos als dieren. Ze smeken niet om hun leven, ze lachen niet, ze huilen niet, ze graven; drie geweren op hen gericht. Dan is het klaar, moeten ze in hun graf gaan staan. Daar neemt er een de benen. Twintig meter komt hij, dan valt hij. De andere staat bewegingloos. Dan gaat hij het gat in en valt ook hij... Twee minuten later heeft de goede aarde alles bedekt. Wij steken een nieuwe sigaret aan...
‘De goede aarde’ heeft alles bedekt. Is het niet om kotsmisselijk te worden, nu nog?!
Terug naar Nederland, terug naar die mengeling van bedrijvigheid en twijfel, verwachting en angst, verplicht geduld en verplichte voorbereiding, elke dag, ieder moment ‘nu’, dat alle aandacht opeist en tegelijkertijd de noodzakelijke voorbereiding voor straks. Voor morgen, overmorgen, volgend jaar, zelfs voor de tijd, dat de hele godvergeten oorlog voorbij zal zijn.
Het is alweer de illegale pers, het zijn die miezerige, kleine, slecht gedrukte vodjes van vier, soms zes, soms acht pagina's, die een rol moeten vervullen, die normaliter een uitgebreid en genuanceerd en rijk voorzien systeem van dagbladen, radio, voorlichtingsdiensten, landelijke en plaatselijke overheden vervullen.
Aan de ene kant het volk tot geduld, kalmte en vastberadenheid oproepend, aan de andere kant manend toch vooral niet stil te zitten.
Hier zijn, verkort, een aantal instructies, overgenomen uit de ondergrondse bladen:
1. Laat u niet vrijwillig door middel van evacuatie gebruiken tot stootkussen tussen de geallieerde en de Duitse legers.
2. Zorg voor een schuilgelegenheid.
3. Weest op uw hoede voor valse instructies en misleidende opdrachten en geruchten van de Duitsers. Wantrouwt ieder pamflet en alles, waarvan u de herkomst niet zeker weet. Bedenk dat de vijand daarbij bijvoorbeeld ook gebruik kan maken (en gebruik maakte! Sj.v.V.) van de koppen van illegale bladen.
4. De mogelijkheid bestaat dat de Duitsers een groot aantal mannen door